Ik praat niet meer over de cloud. Welnu, dat is niet helemaal waar. Eigenlijk praat ik de hele dag over de cloud. Dat is namelijk mijn werk. Maar een kern van waarheid zit wel in deze uitspraak. De cloud is overal. Gartner voorspelt dat er volgend jaar meer rekenkracht aanwezig zal zijn op IaaS- en PaaS-platforms, dan in alle enterprise-datacenters bij elkaar. Dat maakt de cloud tot dé standaardkeuze voor het hosten van applicaties. Het heeft dus geen zin om over de cloud te praten, alsof je mensen moet overtuigen. De cloud is niet iets van de toekomst, het is de realiteit van vandaag.
Ja, ik weet dat er organisaties zijn – in het bijzonder bij defensie en overheden – die nog steeds volledig kiezen voor lokale oplossingen. En ik weet dat steeds meer bedrijven een tweesporenbeleid datacenterstrategie omarmen, waarbij ze een private cloud combineren met de public cloud. Maar er lijkt nu steeds meer te worden geïnvesteerd in private clouds. Zo signaleerde Forrester een sterke stijging van het aantal Britse bedrijven welke in private cloud investeren, van 33 procent in 2016 tot ruim 60 procent in 2017; een trend die zich vervolgens in 2018 voortzette.
Sommige commentaren verklaarden de interesse in de private cloud in het Verenigd Koninkrijk als een Brexit-effect, maar dat vind ik iets te makkelijk. Tijdens de talrijke evenementen die we organiseren in Groot-Brittannië en de rest van Europa spreek ik veel organisaties. En in die gesprekken heb ik werkelijk nimmer iets gemerkt van enige terughoudendheid rond de public cloud vanwege de Brexit. Waarschijnlijker is volgens mij, dat de piek in private-cloudinvesteringen toe te schrijven is aan een aanscherping van de definitie van het begrip private cloud. Deze aanscherping is weer het gevolg van de opkomst van bijvoorbeeld de Azure Stack en het recent door Google Cloud aangekondigde Anthos. Hiermee zijn bedrijven in staat om on-premise een datacenter te ontwerpen met het vooruitzicht van volledige migratie naar de cloud op een later moment, of van dynamische uitwisseling tussen private en public cloud. Het gevolg is geweest dat analisten investeringen die eerder werden aangemerkt als ‘on-premise’ zijn gaan interpreteren als ‘private cloud’.
Waarom zijn investeringen in private cloud een teken van volwassenheid?
Heel simpel. Omdat deze ontwikkeling laat zien dat de discussie niet langer gaat over de vraag óf organisaties in de cloud moeten werken, maar over hóe ze in de cloud werken. Dit is geen nieuwe ontwikkeling, want dit is al een paar jaar gaande. Wat ik echter wel constateer, is dat veel bedrijven inmiddels kaders hebben geformuleerd met betrekking tot de inzet van de cloud. En dat dit in de meeste gevallen erop neerkomt dat ze kiezen voor de inzet van private cloud naast de public cloud en SaaS. Bedrijven ontwikkelen, wat je zou kunnen noemen, een ‘holistische visie’ op hoe ze de cloud in hun IT-architectuur willen gebruiken. En dit kan betekenen dat het beter is om bepaalde applicaties on-premise te houden. Dit wil echter niet zeggen dat deze bedrijven niet kunnen profiteren van de schaalbaarheid die private cloud kan bieden.
De stelling dat de cloudmarkt eindelijk volwassen geworden is, wordt onderstreept door grote sommen data. In het door Gartner opgestelde rapport ‘The Future of the Data Center in the Cloud Era’ werd voorspeld dat multi-cloud in 2019 voor 70 procent van de ondernemingen de norm zou zijn. Inmiddels is het zover en kunnen we stellen, dat de vraag ‘óf we in de cloud gaan’ in zeven van de tien bedrijven niet meer relevant is. In plaats daarvan gaat het over vragen als: ‘Welke cloud gebruiken we?’ en ‘Welk deel van onze data plaatsen we waar?’ IDC voorspelt voor de bestedingen aan private cloud tot 2022 een gezonde jaarlijkse groei met 22,5 procent en raamt de wereldwijde uitgaven op 370 miljard dollar. (bron: Worldwide Semiannual Public Cloud Services Spending Guide). Verder stelt Forrester in een blog dat bijna 60 procent van de Amerikaanse ondernemingen gebruik maakt van de public cloud, hetgeen neerkomt op een vervijfvoudiging ten opzichte van vijf jaar geleden.
Dus waarom zeg ik, dat ik niet meer praat over de cloud?
Bij elke technologische transitie komt er na verloop van tijd een moment waarop een technologie die we jaren hebben aangeprezen en besproken, niet langer die aandacht nodig heeft. Simpelweg omdat de technologie de facto de standaard is geworden. Zo herinner ik mij dat ik herhaaldelijk sprak over de zegeningen van MPLS als WAN-technologie en hoe dit de connectiviteit van ondernemingen zou verbeteren. (hetgeen is gebeurd, al wordt MPLS nu op zijn beurt van tafel geveegd door de komst van SD-WAN). Een ander voorbeeld zijn de gesprekken die gingen over virtualisatie en hoe dit de wijze waarop we applicaties in datacenters hosten zou veranderen.
In beide gevallen kwam er een moment waarop de als nieuw gepresenteerde manier van werken hetzelfde bleek te zijn als de manier waarop we al werkten. Hetzelfde geldt nu voor de cloud. Jawel, er zijn nog steeds bedrijven die nog altijd niet zover zijn. Net zoals er ongetwijfeld nog steeds bedrijven zijn die gebruik maken van framerelay-netwerken. Maar voor de meerderheid van de bedrijven geldt dat het tijd is om een nieuw onderwerp aan te snijden.
Vertel me niet waarom, maar hoe
Dat veel van mijn relaties op dit punt zijn aangekomen, merk ik aan het feit dat gesprekken nog zelden gaan over de cloud zelf en veel vaker over zaken die te maken hebben met het gebruik ervan. Inzet van de cloud varieert van pilots tot full-scale-productie en vragen lopen uiteen van praktische keuzes voor applicaties, tot en met uitgewerkte IT-strategieën. Ondertussen bouwen wij aan het versterken van onze kennis. De diensten en applicaties die draaien in de cloud, vormen de basis onder de activiteiten van onze klanten en vereisen dus dezelfde, vergaande aandacht als het gaat om risicobeheersing en lifecycle-management zoals vanouds bij on-premise-applicaties.
De opzet van IT-architecturen mag dan zijn veranderd, wat blijft is, dat wij onze verantwoordelijkheid nemen dat de applicaties die onze klanten en hun werknemers willen gebruiken daadwerkelijk beschikbaar zijn. Dit is bepalend voor wat we bij ThousandEyes doen: inzicht bieden in de digitale ervaring. We ondersteunen een aanzienlijk aantal van ’s werelds grootste merken bij het gebruik van de cloud, door hen zichtbaarheid en controle te bieden op de kwaliteit van het netwerk dat zij gebruiken. Voor meer informatie, check ons resource center en in het bijzonder ons Public Cloud Performance Benchmark Report waarin vermeldt staat met welke stappen en keuzes je de beste prestaties kunt behalen in de cloud.