Een nieuw Europees fonds met de naam NGI Zero Commons verdeelt de komende drie jaar 21,6 miljoen euro aan r&d-subsidies voor gratis en opensource-technologieprojecten. Dat heeft de NGI Zero-coalitie, die onder leiding staat van de Nederlandse Stichting NLnet, bekend gemaakt.
Het fonds verstrekt subsidies tussen de 5.000 en 50.000 euro aan onafhankelijke ontwikkelaars, opensource-communities en bedrijven die bouwen aan een ‘eerlijk en open internet voor iedereen’. Het geld is beschikbaar gesteld door de Europese Commissie in het kader van het Next Generation Internet-initiatief.
Impuls
‘Het NGI Zero Commons Fund is een strategische impuls voor de digitale onafhankelijkheid van Europa, maar ook een investering in onze Europese economie’, stelt Michiel Leenaars, directeur strategie bij NLnet en programmaleider van het nieuwe fonds.
Volgens hem zijn mensen op zoek naar eerlijkere alternatieven voor bestaande digitale diensten. Toch is het nog onduidelijk hoe dit moet worden aangepakt. Het bevorderen van digitale commons door middel van deze investeringen zal technologieën toegankelijker maken en het internet minder afhankelijk maken van bestaande diensten van leveranciers met onduidelijke juridische voorwaarden, is de gedachte.
Ai
Het programma staat open voor zowel individuen als organisaties van welke aard dan ook, maar de projectresultaten moeten openbaar beschikbaar zijn onder een vrije en open licentie. Voor projecten met een hoog potentieel is een opschalingsprogramma beschikbaar. De reikwijdte van de open oproepen is breed, wat betekent dat degenen die werken aan technologische commons over het hele technologische spectrum een aanvraag kunnen indienen. Dat gaat van vrije siliciumchips tot privacyvriendelijke augmented reality en ai, en van alternatieve mobiele besturingssystemen tot open kantoorsuites, end-to-end versleutelde berichtentoepassingen en door de gemeenschap gecureerde open data-opslagplaatsen, deelt NLnet.
‘Het internet mensgericht maken maakt deel uit van de kernmissie van het Next Generation Internet-initiatief’, voegt Fabrizia Benini, afdelingshoofd binnen de Europese Commissie en verantwoordelijk voor het NGI-initiatief. De Europese Commissie doet een strategische investering in vrije en niet-merkgebonden open software en hardware, maar ook in open standaarden, open databeleid en openbaar toegankelijke wetenschap, benadrukt Benini.
Eerste oproep
De eerste oproep opent op 1 februari 2024. Naast financiële ondersteuning kunnen deelnemers rekenen op allerlei ondersteunende diensten om de kwaliteit, volwassenheid en inzetbaarheid van hun inspanningen te verbeteren. Het gaat bijvoorbeeld om praktische diensten zoals beveiliging, toegankelijkheidsaudits en applicatie-packaging, hulp om de kwaliteit te verbeteren en de acceptatie van de projecten te bevorderen. Diensten zoals mentoring en diversiteitsmanagement zijn gericht op het versterken van de gemeenschappen erachter.
NGI Zero Commons
Het team achter NGI Zero Commons Fund bestaat uit de volgende Europese partners: NLnet Foundation (NL) (programmaleider), OW2 (FR), Free Software Foundation Europe (DE), OpenForum Europe (BE), Association Professionnelle Européenne du Logiciel Libre (BE), NixOS Foundation (NL), Tolerant Networks (IE), Radically Open Security (NL), HAN University of Applied Sciences (NL), Association for Progressive Communications (ES), Center for the Cultivation of Technology (DE) en Commons Caretakers BV (NL). Aanvullende financiering voor de Zwitserse partners (Free Silicon Foundation en Internet Society Switzerland chapter) wordt beschikbaar gesteld door het Zwitserse staatssecretariaat voor onderwijs, onderzoek en innovatie (SERI).
Programmaleider NLnet ondersteunt organisaties en mensen die bijdragen aan een open internet voor iedereen. De stichting financiert projecten die helpen het internet ‘te repareren’ door middel van open hardware, open software, open standaarden, open science en open data. Na zijn bijdrage aan het vroege internet in Europa in de jaren tachtig van de vorige eeuw, ondersteunt NLnet sinds 1997 het open internet financieel.