Het voormalige it-project Phenix met Unisys sterft een stille dood. Na jarenlang juridisch getouwtrek deden de Belgische staat en Unisys afstand van hun vorderingen. 28 miljoen euro gaan verloren.
In 2001 lanceerde de toenmalige regering het plan om de werking bij justitie grondig te digitaliseren. De Amerikaanse it-dienstverlener Unisys kreeg het project Phenix toegewezen, maar dat mislukte en deed nooit echt waarvoor het was opgezet.
Twintig jaar later is de rechtszaak onbeslist afgesloten. In al die tijd bestookten België en Unisys elkaar met ingebrekestellingen en schadevergoedingen. En liep de zaak ook stevige vertraging op. Het afsluiten werd bekrachtigd door een vonnis van de rechtbank op 21 april 2020, bevestigde minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD).
Het feit raakt nu pas bekend, na een parlementaire vraag van Kamerlid Kristien Van Vaerenbergh (N-VA), zo meldde De Standaard. Met dit afsluiten is de investering van 28 miljoen euro definitief verloren. De erelonen van de Belgische advocaat liepen in die vijftien jaar overigens op tot bijna drie ton.
It-dienstverlener Unisys kreeg later nog informatiseringsopdrachten van de FOD Financiën en de douane, al liepen die ook niet bepaald goed af. Zo werd met Financiën een minnelijke schikking getroffen waarbij beide partijen elkaar dezelfde beperkte schadevergoeding betaalden.
Door de stroef lopende informatiseringprojecten liep Justitie een digitale achterstand op. En dat terwijl de start van Phenix – met bijhorende ronkende beloftes – intussen al twintig jaar achter ons ligt.