Toplui van Twitter, Facebook en Google zullen in het Amerikaanse Congres moeten getuigen over de manier waarop Rusland via het internet de jongste presidentsverkiezingen in de V.S. probeerde te beïnvloeden. Dat schrijven Amerikaanse media.
Heeft de Russische overheid een hand gehad in de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen? En op welke manier heeft ze, via sociale media, die uitslag dan proberen te sturen? Dat zijn enkele van de vragen waarop een Amerikaanse senaatscommissie probeert antwoorden te krijgen. Die antwoorden zullen onder meer moeten komen van hooggeplaatste toplui van Twitter, Facebook en Google, want zij zijn gevraagd om voor de commissie te komen getuigen.
De zaak draait rond het vermoeden van Amerikaanse inlichtingendiensten dat Rusland nepnieuws heeft verspreid via onder andere sociale media. Dat nieuws moest presidentskandidaat Donald Trump een zetje geven tegenover de andere kandidaten.
Facebook liet deze week trouwens zelf al weten dat er wel degelijk iets aan de hand is. Het bedrijf bleek sporen terug te vinden van honderdduizend dollar aan politieke advertenties om bijvoorbeeld protesten aan te wakkeren. Het bedrijf stelt echter dat dat bedrag in het niets valt bij de honderden miljoenen dollars die de kandidaten zelf spendeerden aan online reclame.
Volgens The New York Times zou ook de rol van Twitter in het debacle onderschat worden. De krant schrijft dat Rusland een groot leger aan bots heeft ingezet op Twitter om fake news te verspreiden. Twitter wil enkel kwijt dat het de ‘integriteit van het verkiezingsproces diep respecteert’ en dat het overtredingen van zijn algemene voorwaarden probeert tegen te gaan.
Rusland heeft elke inmenging in de Amerikaanse verkiezingen trouwens steeds categoriek ontkend. Ook Trump zelf staat – niet verwonderlijk – sceptisch tegenover de vermoedens van manipulatie. Ook hij ontkent hierover alle banden met Moskou.