Ik ben een koele minnaar van digitale technologie. Ik merk echter dat techies en influencers de Belgische overheid verwijten geld te verkwisten omdat het voor het traceren van coronacontacten niet kiest voor innovatieve technologie. Over het verspillen van geld wil ik het liever niet hebben, maar het idee dat technologie, en specifiek een contact tracing-app, een adequate oplossing is ter vervanging van contact tracing callcenters, is gewoonweg verkeerd. Er is geen werkbare app voor het traceren van contacten omdat mensen meer gesofisticeerd zijn dan de technologie die voorhanden is.
Laten we het voorbeeld nemen van TraceTogether, de meest besproken Singaporese app, die ook de basis is voor de Australische Covidsafe-app. We gaan ervan uit dat heel wat mensen deze app downloaden en gebruiken en hun smartphone zo goed als altijd bij zich hebben. Laten we aannemen dat iOS en Android interoperabel zijn (de exposure notification api is pas onlangs door Apple en Google uitgebracht). Stel je ten slotte voor dat de meeste mensen met een positieve Covid-19-test via de app de autoriteiten informeren. De app registreert anonieme verbindingen tussen twee smartphones, het toestelmodel, het tijdstip en de sterkte van het signaal. Afhankelijk van het apparaat, de versie, de technologiestack en de fysieke omgeving (b.v. de bebouwingsdichtheid) kan bluetooth een afstand tussen tien en honderd meter aan. Een algoritme berekent de afstand op basis van het smartphonemodel en de signaalsterkte. Welnu, dit is geen goede tracing-oplossing wegens de variabele signaalsterkte én de diverse omgevingsfactoren
Het probleem ligt in onder- en over-rapportage. In de eerste plaats speelt de wet van Metcalfe. Stel dat de helft van de bevolking de app gebruikt, dan wordt een kwart van de contacten gerapporteerd. Stel dat tachtig procent van de bevolking de app geïnstalleerd heeft (dat is zowat elke Amerikaan met een smartphone, een verplichting dus), dan loopt het aantal gerapporteerde contacten op tot amper 64 procent. Bij tien procent adoptie, kom je uit bij een verwaarloosbare een procent rapportage. In Singapore had midden mei amper een kwart van de bevolking de app gedownload, ondanks de politieke cultuur en de incentives waarbij ook shoppingkortingen werden vrijgegeven. Dat levert dus zes procent (!) gerapporteerde contacten op. Het draait dus om de gerapporteerde contacten versus de echte ontmoetingen. In min of meer gesloten settings met veel interacties (zoals een drukke bar) heeft men veel contacten, maar het percentage gemelde contacten blijft hetzelfde. In dergelijke omgevingen of in een vrij gesloten ecosysteem kan het hoger aantal contacten (in een bar met bijvoorbeeld honderd personen is het aantal unieke contacten max. 4.950), leiden tot een grotere toepassing, maar het blijft toch altijd maximaal gelijk aan het adoptiepercentage. En dan gaan we er toch van uit dat de telefoon altijd met de eigenaar meegaat. Dat is mogelijk niet het geval op een strand. Onder-rapportage komt ook voort uit de app die de telefoon volgt en niet het virus. De interacties van een persoon met de fysieke wereld, via deurklinken, op toiletten en in treinen, creëren geen rapporteerbare contacten.
Over-rapportage
Over-rapportage is een ander probleem. Afgelopen weekend bijvoorbeeld, twee dagen winkelen, wandelen, rijden en fietsen, betekent dat ik in nauw contact stond met duizend mensen. Oké, dat aantal kan verschillen van mens tot mens, maar tenzij je een couch-potato bent die zeven jaar lang ingeblikt voedsel en water in je atoombunker heeft opgeslagen, zal het aantal hoog zijn. Bluetooth gaat over muren, glas, winkelrekken en veiligheidsschermen. Het begrijpt de veiligheidsborden in straten en winkels niet. Het weet niet of de gebruiker van de app in de wagen zit of een masker draagt. Het weet niet wie er knuffelt, niest of hoest. Er is geen context. Als een contacttracer mij zou bellen en vragen zou stellen over welke nauwe contacten ik tijdens de afgelopen drie weken had, is het voor mij, als introvert, gemakkelijk. Het gaat om hooguit een handvol ontmoetingen die ik me ongetwijfeld zal herinneren. Voor de tracers is er zoveel dataruis in de app dat het waarschijnlijk beter is om het helemaal niet te gebruiken.
Nu, laten we zeggen dat de tracers de bluetooth-gegevens zouden gebruiken en contact zouden opnemen met iedereen in de gerapporteerde lijst. Kun je je voorstellen hoeveel angst er zou ontstaan? Ik mag het weten want in maart kreeg ik zo’n telefoontje van een reisbureau dat er iemand in mijn hotel verbleef die vier dagen later positief testte. En zet je dan jezelf in quarantaine? Zet je een groep of regio in lockdown met mogelijk onjuiste gegevens? In het beste geval zijn de gegevens een hulpmiddel, maar waarschijnlijk een afleiding met vreselijke neveneffecten.
Freewheelen
Laten we voor het welzijn van de digitale fans nog wat verder gaan en een beetje freewheelen. Laten we locatiegegevens toevoegen om de afstand nauwkeurig te berekenen, ook al worstelt gps met muren, inclusief de niveaus van gebouwen (ooit in Singapore geweest?). Ja oeps, daar gaat je privacy maar misschien kan je daarmee leven want de gegevens zitten enkel in je smartphone, behalve dan voor de bevestigde gevallen. Hier speelt dan het hogere doel zullen we maar zeggen. Laten we aannemen dat al onze toestellen van na 2018 zijn, de juiste gps-ontvangers hebben en de L5-band gebruiken. Dat is nodig om een locatie nauwkeurig genoeg te registreren (in open ruimtes). Om over-rapportage te vermijden hebben we meer contextuele gegevens en artificiële intelligentie (ai) nodig. Locatie alleen is onvoldoende. Je moet beweging én snelheid in kaart brengen al was het maar om het onderscheid te maken tussen lopen, fietsen of rijden. Op je smartphone kan je dat vastleggen zoals Garmin of Strava dat doet. Dat kan je echter niet doen voor je contacten terwijl dat toch nodig is om de relevante ontmoetingen te duiden. Laten we dus afstappen van het idee om data enkel op de smartphone te bewaren zolang er geen positieve test wordt aangegeven. Laten we dan alle gegevens van alle mensen en alle bewegingen in de cloud zetten. Daar kunnen we ai op los laten. We kunnen naar andere databronnen kijken om ai slimmer te maken, bijvoorbeeld om mensen echt te profileren. Vervolgens moeten we de belangrijke onder-rapportage aanpakken. Het verplicht gebruik van de app is dan echt een sine qua non. Alles kan beter: de smartphone is misschien niet het beste instrument.
Waarom niet een toestel (hallo, chip) dat we permanent dragen? Telco’s kwijlen ongetwijfeld over de mogelijkheden van iot en 5G. The sky is the limit. Waarom zou je deze toepassingen dan enkel voor Covid-19 gebruiken en niet voor andere mogelijke oplossingen? Zij die ons op dat pad willen zetten, zouden best enkele weken in zelf-quarantaine gaan, in de spiegel kijken en diep nadenken. Ik, en met met mij de overgrote meerderheid, zal nooit een samenleving onder zulke supervisie aanvaarden. Het doel mag geen excuus zijn voor gevaarlijke middelen.
Er is een goede reden om voor contacttracingcentra te kiezen. Mensen in callcenters zullen, nog heel lang, beter zijn in het stellen van de juiste vragen, dan gelijk welke app.
Kijk, de beste aanpak is nog altijd discipline, dat iedereen zich aan de regels houdt en de richtlijnen naleeft. Dat biedt goede kwaliteitswaarborgen. Laat ons ook hopen dat onderzoeksinstellingen en andere organisaties, ter bestrijding van de pandemie, voldoende nauwkeurige testen, vaccins en medicijnen ter beschikking kunnen stellen.
Herman De Prins is cio van UCB, ‘Cio of the year 2016’ and ‘European Digital Innovator of the year 2017’