De Europese Commissie investeert 120 miljoen in wifi-netwerken in steden en gemeenten in Europa, goed voor zesduizend tot achtduizend hotspotregio’s. Telco’s zijn op z’n minst ‘not amused’: Europa vraagt immers om zwaar te investeren in nieuwe 4g- en 5g-netwerken, maar zet hen een pad in de korf door wifi te subsidiëren. Weten ze nog wat ze willen? Fundamenteler gaat het echter om een hevige strijd tussen wifi en gsm-operatoren.
Het was in 2004, zo’n dertien jaar geleden, tijdens het GSM congres in Cannes, dat de Intel-topman Paul Otellini tijdens z’n keynote alle gsm-bonzen met verbijstering sloeg: de tijd van de gsm-operatoren, de dino’s, was voorbij. Alle laptops en gsm-toestellen kregen wifi-chips en wimax wordt de standaard. Het was een straffe uitspraak die heel wat weerklank kreeg. De gsm-operatoren lachten het weg maar werkten intussen aan stevigere sterkere netwerken om het idee te counteren.
Jaren later zouden de telco’s die zowel een vast als een mobiel netwerk uitbaten voor een geïntegreerd model gaan. Swisscom was een van de eersten die daarvoor met het Belgische Option van start ging. Ook Telenet deed een verwoede maar vergeefse poging om een tarifering in de markt te zetten. Uiteindelijk kozen Proximus en Telenet ervoor om gebruikers gratis te laten surfen op wifi-punten die op hun netwerk verbonden waren. Op die manier hielden ze ook controle over alle data van hun abonnees.
Wifi-killer
Enkele jaren geleden vertelde de baas van Mobistar, nu Orange, dat hij het netwerk zodanig zou versterken dat wifi niet langer nodig zou zijn. Wij worden de ‘wifi-killer’ lachtte hij. Vandaag zie je dat gsm en wifi naast elkaar leven, maar het kantelt. De afschaffing van de roamingkosten heeft daar ook een rol gespeeld. Tot afgelopen zomer spoedden we ons in het buitenland naar een bar op zoek naar wifi. Dat is grotendeels voorbij. We laten de mobiele data gewoon het werk doen. Geen gehassel om het wachtwoord te vragen aan de ober die vervolgens verveeld voor de zoveelste keer met een papiertje langs komt. Enkel als de gsm-verbinding echt te bar was, gingen we nog op zoek naar de wifi-connectie.
Sommige steden en gemeenten, zelfs busmaatschappijen beschikken al over gratis wifi, maar het valt toch steeds op dat dit very basic is, best effort, en algauw geeft iedereen het op. Zeker nu steeds meer data-abonnementen bij telco’s heel wat capaciteit omvatten, is de vraag naar wifi steeds minder.
Weggegooid geld
Is de investering van de Europese Commissie dan weggegooid geld? Op korte termijn niet, op lange termijn wellicht wel. Wanneer zijn die gesubsidieeerde wifi-netwerken geïnstalleerd? Gemeenten moeten zelf hun aanvraag indienen, zich door de administratie worstelen. We zijn 2020 als een en ander rond zal zijn. En dan zijn we weer een generatie verder in de gsm-uitrol.
En dan heb ik het nog niet eens over het onderhoud van de wifi-netwerken. Die kunnen trouwens wel een rol spelen in het internet of things-verhaal, maar moeten dan wel geïntegreerd zijn. Een stand-alone aanpak heeft dus geen zin. Commissievoorzitter Juncker en de EC hebben het alweer niet begrepen. En dat verbaast me eerlijk gezegd niet. Maar ook Intel heeft destijds voor z’n beurt gesproken. De gsm-operatoren zijn nog niet dood, maar ze zullen zich wel moeten weren als duivels in een wijwatervat.