Proximus is het meest vooraanstaande ict-bedrijf van het land inzake werknemers en klanten. Dominique Leroy is er halfweg in haar mandaat van ceo. Begin dit jaar werd ze door Computable.be verkozen tot ICT Person of the Year.
De geplande uitreiking, die bij deze prijs hoorde, moest echter ternauwernood worden uitgesteld door de aanslagen op 22 maart. Maar in de (zogenaamd) rustige zomerperiode nam Leroy tijd voor een uitgebreid gesprek met Computable.be. Daarin gaf ze onder meer aan dat Proximus zijn assets meer wil kunnen aanbieden aan onder meer softwareontwikkelaars.
Gesprek op 28e verdieping
‘Welkom’, zo zegt de securitymedewerker opvallend joviaal als we aan de parking staan en hem verteld hebben met wie we een afspraak hebben. Een kwartiertje later worden we ontvangen in het ruime bureau van de ceo op de 28e verdieping van één van de twee prestigieuze towers. Voor een gesprek van 45 minuten over onder meer internet of things, de nefaste Europese wetgeving, Google, het exploderende dataverbruik én de plannen van Proximus om hun platform nog meer open te stellen voor derden.
U bent 2,5 jaar als ceo van Proximus aan de slag. U bent dus bijna halfweg in uw mandaat. Wat zijn de realisaties waar u het meest trots op bent?
Dominique Leroy: ‘Ik denk wel dat ik aan de mensen die hier werken een stukje fierheid heb terug gegeven. De uitstraling van ons bedrijf is beter dan ervoor. De rebranding die we hebben gedaan waarbij we van twee merken zijn gegaan naar één merk, Proximus, heeft hier ook zeker toe bijgedragen. Wij zijn de weg ook verder ingeslagen om connectiviteit te zien als basis, met daar bovenop de diensten en toegevoegde waarde bovenop connectiviteit. We willen bedrijven met deze verbreding helpen om nog efficiënter te functioneren.’
Zakelijke markt
Op technologisch vlak had Proximus het bij uw komst vrij goed voor mekaar. De knoop zat vooral in de klantenervaring. U heeft in het begin wel eens gezegd in het begin dat de eindconsument in Vlaanderen wat is verwaarloosd geweest door het toenmalige Belgacom.
Leroy: ‘Technologisch zaten we inderdaad vrij goed. U moet weten dat Proximus samen met Swisscom internationaal worden aanzien als telecombedrijven die erg innovatief zijn op het vlak van technologie, en op die manier ook als voorbeeld gelden. Ik heb bij mijn komst inderdaad ook en vooral gewerkt om de klantenbeleving en klantgerichtheid te verbeteren. Dat gaat de goede richting uit, al besef ik dat we nog een lange weg hebben af te leggen. Ook in Vlaanderen. Wij willen ook onze Belgische rol vervullen. Wij zijn een echt Belgisch bedrijf. Maar vergeet ook niet dat wij met Proximus meer werkgelegenheid verstrekken in Vlaanderen dan eender welk ander bedrijf.’
Waar denkt u de komende jaren in de zakelijke markt nog verder te kunnen groeien met Proximus?
Leroy: ‘De grote groei moet komen van de extra diensten. Security is hier een heel belangrijke component. Iedereen kan bij wijze van spreken op gelijk welk moment gehackt worden. We willen klanten verder helpen beschermen, onder andere met onze firewall en soc-oplossingen (security operating center). We zetten ook verder in op de cloud. Over cloud is al veel gepraat en geschreven, maar ik denk dat er in België zeker nog veel ruimte is voor groei, met name met de focus op de hybrid cloud. En daarnaast blijven we inzetten op de new way of working met unified communication, remote working en access management. En we hebben deals met partijen als HP, Dell en Microsoft om klanten een totaaloplossing met hardware aan te bieden. In die zin zijn we een one-stop shop voor kleine bedrijven. Wat een bedrijf als Regus is voor vergaderzalen, dat zijn wij voor it en telecom voor de kmo’s.’
Internet of things
Proximus zet ook heel erg in op internet of things (IoT) met onder andere het nieuwe Lora-netwerk. Is dat de grote innovatie voor de komende jaren?
Leroy: ‘Dat klopt en wordt alvast een heel belangrijke. Internet of things creëert voor ons een nieuwe markt in het verbinden van objecten, maar ook in de relevante informatie die het oplevert. Voor ons gaat het om een end-to-end-ecosysteem van sensoren, netwerk en platform met daarboven data analytics en applicaties. Wij hebben investeren in dit kader ook in lokale bedrijven. Zo hebben wij de expertise van Mobile-For, Be-Mobile en Flow gebundeld in een Smart Mobility-bedrijf waarvan wij hoofdaandeelhouder zijn. Belangrijk is dat wij zelf ook over assets beschikken die we kunnen aanbieden aan anderen. Een voorbeeld hiervan is ons sms-platform, dat we kunnen openstellen aan derden. In het verlengde van onder meer carrier billing dat we nu reeds aanbieden aan derden. Dat is vaak nuttig. De meeste jongeren hebben bijvoorbeeld geen kredietkaart en dan is een alternatieve betalingsvorm wel wenselijk. Zo zijn we momenteel concreet aan het bestuderen of bijvoorbeeld externe softwareontwikkelaars ons sms- of IoT-platform kunnen gebruiken.’
Exploderend dataverbruik
Gaat u dan niet de concurrentie aan met de grote platforms zoals Google Play of de Apple Store? En daarnaast: hoe concreet zijn deze plannen?
Leroy: ‘Ik denk dat we complementair zijn aan deze grote partijen. Wij voegen de local touch toe. Het gaat ook om lokale toepassingen binnen ons ecosysteem voor onder meer mobiliteit of smart cities. Wij zijn hier ook al concreet mee bezig. Zo organiseerden wij al enkele pilots en ook een hackathon met bpost om te bekijken welke applicaties voor een ontwikkelaar interessant kunnen zijn om ingeschakeld of gecombineerd te worden. Deze initiatieven lijken in eerste instantie interessant voor start-ups, als kunnen ze ook voor grotere bedrijven dienen, bijvoorbeeld voor het preventive maintenance. Als je inzicht krijgt rond gebruik van bijvoorbeeld je gebouw of machines kan je je onderhoud ervan veel efficiënter organiseren. Het is de rol van ons bedrijf om dergelijke digitale toepassingen en revoluties mogelijk te maken.’
Wat zullen de komende vijf jaar de grootste uitdagingen zijn voor Proximus? Ik denk bijvoorbeeld zelf al aan de dalende roamingtarieven of aan Skype-achtige diensten die invreten op jullie inkomsten en tegelijk zware investeringen vergen.
Leroy: ‘U somt reeds enkele en terechte uitdagingen op. Een grote uitdaging is de verandering van het telecomgebruik. Zoals: minder sms en meer data. Het mobiele dataverbruik verdubbelt elk jaar. Het vaste dataverbruik verdubbelt om de twee jaar. Mensen en bedrijven willen meer data verbruiken, maar daar niet onmiddellijk meer voor betalen. Wij investering jaarlijks ongeveer 950 miljoen euro in ons netwerk, maar moeten natuurlijk onze return on investment bewaken. En dat zeg ik zelfs eerder uit naam van de industrie. Orange investeert in Frankrijk in zijn netwerk, maar doet dat samen met de overheid en op basis van Europese fondsen. De lat ligt voor ons ook hoog. Zo moet u weten dat wij in België zeer goede mobiele als vaste netwerken hebben. Wij staan in dat opzicht in Europa in de top drie. Als je bijvoorbeeld naar Frankrijk of Duitsland gaat, dan heb je daar niet overal zulke goede mobiele connectie.’
Amerikaanse markt
Zijn de toekomstige concurrenten van Proximus, of misschien nu al, niet de Microsofts en de Googles van deze wereld?
Leroy: ‘Wij merken inderdaad meer concurrentie vanuit partijen als Microsoft, met Skype, en Google. Het zijn bedrijven die ons netwerk volop gebruiken. Het zijn vaak Amerikaanse bedrijven, die ook niet de Europese regelgeving moeten volgen. Dat maakt een groot verschil. In de Verenigde Staten geldt een zogenaamde ex post regulering: alles wat niet verboden is, is toegelaten. In Europa geldt een ex ante regulering. Daar kan je pas zaken doen die ook expliciet zijn toegelaten. Dat betekent dat je in de EU veel innovatie ook niet toelaat. En dat is jammer. Het is een van de redenen waarom veel innovatieve projecten in de VS ontstaan. Dat heeft natuurlijk ook met schaalgrootte te maken, de Amerikaanse markt is veel groter en uniformer dan de Europese. Maar regelgeving speelt ook zeker een rol. In ons land is de regelgeving bijvoorbeeld vrij strikt om de data van klanten te gebruiken, bijvoorbeeld om hun advertenties te bieden die hun factuur kan verlichten.’
Die Europese regelgeving is misschien ook gewoon beter dan de Amerikaanse, met name inzake bescherming van de privacy.
Leroy: ‘Ja. Al kan u ook niet ontkennen dat een bedrijf als Facebook, en ook zijn gebruikers, het ook bij ons minder nauw nemen met die privacy. Voor een Amerikaans bedrijf ligt dat gewoon anders. Wat ik vooral wil zeggen is dat Europese bedrijven, zoals Proximus, en Amerikaanse niet met gelijke wapens strijden. Terwijl het aangewezen is dat iedereen gelijk voor de wet is. Het is een uitdaging voor Europa om hun wetgeving investeringsvriendelijker te maken. Nu worden qua initiatieven naar consumenten veel zaken op voorhand afgeblokt.’
Het tweede deel van het interview met Dominique Leroy verschijnt volgende week op Computable.be.