Wie de pandemie en de economische crisis wegdenkt, mag zeggen dat de huidige situatie een droom is voor technologische innovatoren. Hun inspanningen rond remote-werken krijgen eindelijk gehoor. Ondernemingen zoeken massaal naar manieren om digitaal te gaan, aangezien offline-business nauwelijks meer mogelijk is. Technologie is niet langer iets van de toekomst, het is een must voor iedereen die het hoofd boven water wil houden.
Alles heeft zijn kanttekeningen. Want hoe innoveer je in een lege cinemazaal, als een vliegtuig dat niet mag opstijgen of tijdens een klinische studie te midden van een zorgcrisis? Luc Blyaert, digital expert bij Computable.be, nodigde drie Cios of the Year uit rond zijn (digitale) tafel om te spreken over de toekomst van technologie met én zonder Covid-19. Bjorn Van Reet (Kinepolis), Filip Michiels (TUI) en Herman De Prins (UCB) aan het woord.
Kijkrichting
Opvallend is hoe de rol van cio en het it-team verschoven is tijdens de lockdown. ‘Om te beginnen hebben we de afgelopen weken veel respect gekregen voor onze vroegere inspanningen op vlak van online-offices en flexibel werken op afstand’, legt Michiels (TUI) uit. ‘Als cio’s waren we altijd al voorstander van technology first. En nu wordt die kijkrichting steeds meer gedeeld door de rest van het bedrijf.’ In Michiels ervaring gaat de massa nu pas merken hoe belangrijk technologie is. Investeringen die voorheen niet zo makkelijk te verklaren waren, zijn dat nu wel. ‘Hoe moeilijk het voor ons bedrijf ook is, het is nu makkelijker om technologisch vooruit te gaan.’
‘Klopt’, beaamt Van Reet (Kinepolis). ‘We kijken nu allemaal veel meer naar it. Want als we het niet meer offline kunnen, dan moet technologie ervoor zorgen dat het online kan.’ Waar technologie pre-corona een ondersteunende factor was die de ervaring van de klant nog aangenamer kon maken, zit it nu in de driver’s seat. ‘Hoewel sommige projecten nu wel even vooruitgeschoven worden’, vervolgt Van Reet. ‘Er zit bij ons nu veel in de pipeline dat we hopelijk deze zomer mogen lanceren. Naar buiten komen met innovatieve ideeën die niét met corona te maken hebben, zit er momenteel niet echt in.’ Of innovatie dan op een laag pitje staat nu? ‘Nee’, vindt Michiels. ‘Want innovatie kan ook kostenbesparend werken. En juist dat hebben we nu allemaal nodig.’
Echte werk
Wat kunnen we concluderen over de rol van technologie in onze toekomst? ‘Digitaal wordt de norm’, voorspelt De Prins van UCB. ‘En de échte offline-ervaring wordt een luxegoed. Mensen zullen nooit zo veel betalen voor een online-simulatie als voor het ‘echte werk’. Maar als we minder mensen mogen toelaten op publieke plaatsen, creëren we wel een offline-exclusiviteit.’
En zo zal het waarschijnlijk ook echt zijn. Want een virtuele wielerwedstrijd kijken, is niet hetzelfde zonder de pint die je achteraf met je vrienden gaat drinken. Een online-concert zal nooit de innemende grandeur van een live-schouwspel kunnen beamen. En je verjaardag vieren met afhaaleten voelt toch ook heel anders dan in een restaurant. Zo voelt ook Van Reet het aan bij cinemaketen Kinepolis. ‘Er komen leuke ideeën op ons af. Een drive-in-cinema bijvoorbeeld. Het is een leuke surplus, maar het zal de cinema nooit vervangen. Ik kijk er alvast naar uit om opnieuw een film te mogen beleven op het grote scherm.’
Singapore en China
Je kunt niet met drie tech-experts in gesprek gaan en het niét hebben over een mogelijke Covid-19-tracking-app. Hoewel er in België geen animo voor is, kijken we vol verbazing naar landen als Singapore en China die een dergelijk systeem opzetten én introduceren bij hun burgers. Of de cio’s hier voorstander van zijn? De Prins alvast niet. ‘Of toch niet in de huidige vorm. Want de app is niet af, er is nog te veel foutmarge. Zelfs al zouden we zo’n app introduceren, dan nog moeten we horden contact-tracing callcenters opzetten om de info te factchecken.’
Dat is zeker waar, want een app gebaseerd op bluetooth (wat minder inbreuk geeft op de privacy dan gps-tracking) is minder betrouwbaar doordat bluetooth-stralen door muren en ramen gaan. Je kunt bijvoorbeeld al twee weken je huis niet verlaten hebben, maar volgens de app wel in contact zijn geweest met je bovenbuur. Zulke dingen zullen altijd feitelijk gecheckt moeten worden en dat kan niet zonder een callcenter. ‘Ofwel moet er een supersterke ai tussen zitten’, besluit De Prins.
‘Maar je hebt zoiets wel nodig’, vindt Van Reet. ‘Op zijn minst als aanvulling op de callcenters.’ Daar gaat ook Michiels mee akkoord. ‘Iemand aan wie je vraagt met wie hij in contact is geweest, zal zijn vrienden en familieleden herinneren. De buurman misschien ook. Maar niet de persoon waar ze per ongeluk tegen gebotst zijn in de supermarkt.’
GEES
Dan rijst de vraag: moeten cio’s niet opstaan om mee te gaan in de politieke discussie rond de coronacrisis? Waarom is er geen digitaal expert in de GEES, de raad van experten die ons uit de lockdown moeten helpen? Het politiek debat wordt nu geleid door ministers en virologen, maar zouden technologie-experts daar niet evengoed hun steentje kunnen bijdragen? ‘Je moet daar realistisch in zijn,’ vindt De Prins. ‘België is geen grote speler zoals de VS of China. Ons bedrijvenlandschap bestaat vooral uit kmo’s en weinig grote spelers. Dat zorgt voor een andere dynamiek rond innovatie en het gebruik van technologie.’
Van Reet en Michiels kunnen zich hier in vinden. ‘Technologie wordt gestuurd vanuit de VS en China, en in Europa kijk je naar links of naar rechts’, meent Van Reet. ‘Maar er zou wel een rol voor technologie mogen zijn in hoe we deze crisis opvangen. Iedereen kijkt naar de virologen om dit op te lossen, maar er huist ook een stem voor technologie in.’ Inderdaad: momenteel zit er geen it-brain rond de tafel bij de GEES. Terwijl technologie toch veel invloed heeft op de crisis en hoe we die oplossen.
Wat denk jij: zou premier Wilmès baat hebben bij een cio in haar GEES-team? We horen graag jouw visie op de rol van technologie tijdens én na corona.