De GDPR-wetgeving bestaat vijf jaar. En tot vandaag wordt deze wetgeving op de proef gesteld. Zo verbiedt privacy-waakhond GBA de doorgifte van persoonsgegevens van Belgische toeval-Amerikanen door de FOD Financiën aan de Amerikaanse belastingautoriteiten.
Belgische toeval-Amerikanen zijn – doorgaans omdat ze in de Verenigde Staten zijn geboren – onbedoeld Amerikaan. Hierdoor lopen ze vaak tegen allerlei problemen aan. Mensen die door de VS als Amerikaan worden aanzien zijn bijvoorbeeld verplicht belasting te betalen, hoewel ze dat in hun thuisland vaak ook al doen.
De situatie vereist doorgaans een internationale datatransfer. En daar knelt het schoentje. Volgens de GBA (Gegevensbeschermingsautoriteit) voldoen niet alle gegevensverwerkingen in dit kader aan de beginselen van de GDPR, met inbegrip van de regels inzake gegevensdoorgifte buiten de EU. De GBA vraagt aan de FOD Financiën dat zij de tekortkomingen die ze heeft vastgesteld, aan de bevoegde wetgever signaleert.
Onrechtmatig
Het intergouvernementeel akkoord, gewoonlijk aangeduid als het ‘Fatca-akkoord’ (Foreign Account Tax Compliance Act) voorziet in het doorgeven van gegevens over Amerikanen die in het buitenland verblijven aan de Amerikaanse belastingdienst (IRS) ter bestrijding van belastingfraude. Maar de Geschillenkamer van de GBA stelt nu vast dat dit Fatca-akkoord geen passende waarborgen bevat om ervoor te zorgen dat uitgevoerde persoonsgegevens een gelijkaardige beschermingsniveau krijgen als binnen de EU.
Hiermee is de conclusie van de GBA duidelijk: de doorgifte van gegevens van in België wonende Amerikanen aan een instantie in een land buiten de EU (dat geen passend niveau van gegevensbescherming kan bieden) is onrechtmatig.