We hebben allemaal weleens gehoord van een barcode. Het is simpelweg een code die door verschillende apparaten gelezen kan worden. Omdat apparaten vrijwel nooit fouten maken, kun je op deze manier snel data invoeren in een systeem dat gegevens kan verwerken. Een barcode bestaat uit twee opeenvolgende delen, namelijk de bars (zwarte strepen) en de spaces (witte spaties).
Dit ziet er op het eerste oog misschien uit als een grote chaos, maar er ligt een logisch systeem onder. Wereldwijd zijn er 200+ verschillende afspraken over de definities van barcodes. De meest gebruikte zijn de UPC en de EAN, en tegenwoordig heb je dus ook de bekende QR code. In dit artikel vertelt Zebra welke barcodes er zijn en hoe deze worden uitgelezen.
EAN barcode
EAN staat voor European Article Numbering, en dat is eigenlijk een uitbreiding van de UPC-code. Dit is onze Europese artikelnummering. Over het algemeen zijn alle producten die in de Belgische en Nederlandse schappen liggen voorzien van een EAN13 code, die bijvoorbeeld uitgeprint worden met een Zebra printer om op producten te plakken. De 13 staat 13 cijfers. Er is 1 organisatie, genaamd de GS1, die deze codes uitgeeft aan bedrijven die nieuwe producten op de markt brengen.
De uitbreiding van UPC naar EAN
In principe is de EAN hetzelfde als de UPC, alleen dan met 1 extra cijfer. Om de EAN compatibel te maken moest de EAN code hetzelfde zijn opgebouwd als de UPC. Hoe wordt dit nu gedaan? Door nummer 2 tot dertien om te zetten in streepjes. Het eerste cijfer kun je daarom zien als een verborgen streepje dat verwerkt is in cijfers 2 tot 7. Je kunt natuurlijk moeilijk op wit eindigen, dus het stop-symbool wordt nu opgevolgd door een extra zwart streepje dat wat breder is.
Waaruit bestaat een barcode?
De barcodes die wij op onze producten in bijvoorbeeld de supermarkt zien, bestaan dus uit 13 cijfers die zijn omgezet in streepjes. Maar er zit nog meer logica achter. In principe is de opbouw als volgt. Eerst heb je het startsymbool, dan heb je een aantal symbolen voor de gegevens die gecodeerd zijn, dan heb je een controlesymbool en tot slot eindigd de barcode met een stopsymbool
Hoe werkt een barcode scanner?
Een barcode scanner, zoals de Zebra scanner, is een apparaat dat wordt gebruikt om een barcode (of streepjescode) te scannen. Op deze manier kunnen de artikelcodes van verschillende producten snel en accuraat worden gescand in vergelijking met letters of combinaties van cijfers. Over het algemeen maken de meeste barcode scanners gebruik van een bepaalde lasertechniek of CCD scanner. Er zit een verschil tussen de klassieke (eendimensionale) streepjescodes van producten en de tweedimensionale streepjescodes die je bijvoorbeeld kunt terugvinden op je vliegticket of instapkaart. Een andere bekende vorm van tweedimensionale barcodes zijn QR-codes. Een dergelijke scanner bestaat uit 3 onderdelen: een deel dat licht ontvangt en naar een elektrisch signaal omzet, een deel dat dit signaal decodeert en een derde deel dat verbinding maakt met de buitenwereld.
Waar worden barcodes en scanners gebruikt?
Ze worden het meeste toegepast in magazijnen en supermarkten, maar ook bijvoorbeeld in de openbare bibliotheek worden deze codes en scanners gebruikt om te zien aan wie bepaalde boeken zijn uitgeleend. Andere toepassingen zijn evenementen en attractieparken, waar je een toegangskaart met een barcode moet hebben om binnen te komen.