Capgemini, een wereldleider op het gebied van consulting, technologie en outsourcingdiensten, kondigde eerder dit jaar zijn streven aan om uiterlijk tegen 2025 koolstofneutraliteit voor zijn activiteiten te bereiken en zijn ambitie om tegen 2030 netto nul te zijn. De ambitie van Capgemini bouwt voort op de sterke vooruitgang die het bedrijf heeft geboekt bij het behalen van zijn doelstelling om de koolstofuitstoot per werknemer met 30% te verminderen, in januari 2020, een decennium eerder dan gepland. Capgemini Belgium volgt dit engagement door vanaf maart 2021 enkel nog hybride of elektrische wagens toe te laten in zijn bedrijfsvloot.
Om zijn nieuwe tienjarige netto-nul-ambitie te bereiken, zal Capgemini zijn koolstofreductieprogramma versnellen op de gebieden met de grootste operationele impact, namelijk zakenreizen, woon-werkverkeer en kantoorenergie, in lijn met de vereisten van het op wetenschap gebaseerde streeftraject van 1,5°C. De strategie omvat ook elementen zoals de uitbreiding van het initiatief ‘Nieuwe manieren van werken’, waardoor de behoefte aan zakenreizen en woon-werkverkeer afneemt, de invoering van nieuwe programma’s, waaronder de uitrol van een hybride en elektrisch wagenpark (in België vanaf maart 2021), en samenwerking met leveranciers om de koolstofimpact van de toeleveringsketen te verminderen. Capgemini zal ook binnen de hele groep overschakelen op 100% hernieuwbare elektriciteit, wat nu al het geval is bij Capgemini Belgium.
Met onmiddellijke ingang worden bij Capgemini Belgium geen nieuwe bestellingen voor voertuigen met verbrandingsmotor of ICE (diesel/benzine) meer toegestaan. Dit betekent dat ongeveer 30% van de meest vervuilende wagens in de vloot van Capgemini Belgium zal verdwijnen in 2021 en 45% in 2022. Tegen eind 2022 zal bijna 70% van de vloot van Capgemini Belgium hybride of elektrisch zijn en 100% tegen eind 2025.
Piet-Wybe Wagter, voorzitter van de Capgemini Belgium Country Board: “Dit is een belangrijke beslissing met een zeer positieve impact op onze CO2-voetafdruk. We zullen met allerlei praktische zaken te maken krijgen, maar het dient een groter goed en we zijn ervan overtuigd dat ook onze medewerkers deze verandering volledig zullen onderschrijven.”