Een windmolen of een grote machine is met de slimme internetsensor voortaan in staat zelf aan te geven wanneer onderhoud nodig is. Via monitoring op afstand krijgt de monteur een seintje binnen dat een lager van de ventilator vervangen moet worden voordat die over drie dagen bezwijkt. Via ‘augmented reality’ wordt de monteur op de camera van zijn tablet door de machinekamer van de windmolen geleid. Zo is de weg naar de te vervangen lager snel gevonden. De monteur kan recht op zijn doel af. Het lager wordt vervangen zonder dat de windmolen een seconde stil heeft gestaan.
Dankzij deze internet of things (IoT) oplossing wordt veel tijd- en geldverspilling voorkomen. Geen stapels werkbriefjes meer of uren uitval van een machine, lange levertijden van onderdelen of zo mogelijk een reparatieperiode van een paar weken. Dat behoort allemaal tot de verleden tijd.
Kortom, de industrie profiteert volop van het internet der dingen. Er ontstaan bovendien nieuwe diensten. Machines verkopen tegen een vaste hoge prijs wordt ingeruild voor betalen naar verbruik van de dure toestellen. Elk apparaat dat aan het netwerk is gekoppeld, krijgt software die voorkomt dat machines gemanipuleerd worden. Bovendien wordt hiermee ook de aansturing en communicatie geregeld met andere machines en databases.
Conservatief in it maar voorop in IoT
Opvallend is dat de industriële sector die vooroploopt in IoT-toepassingen veelal conservatief is in het gebruik van informatietechnologie. Uit onderzoek blijkt dat een op de twee productiebedrijven al een of meer IoT-oplossingen in productie heeft. Sterker nog, al in de vorige eeuw werden steeds grotere stukjes software toegevoegd aan allerlei producten en productieprocessen.
Denk ook aan de robotisering. Gaandeweg werd daar ook steeds meer connectiviteit aan toegevoegd. IoT is dan ook ontstaan in de hoek van de operationele informatietechnologie. Dus dat verklaart ongetwijfeld waarom de industrie voorop loopt. Toepassingen worden verder uitgebreid van productieproces naar serviceproces, beveiliging, logistiek en zelfs naar het kantoor en de openbare ruimte.
Wie volgt?
De grote vraag is uiteraard welke sector gaat volgen? Over het algemeen zitten veel sectoren nog in de pilot- en implementatiefase. Zo experimenteren de detailhandel, groothandel & logistiek en de financiele sector volop met IoT. In de detailhandel zet 31 procent in op de inzet van IoT in de winkel. Het domein waar IoT het meest wordt toepast, is volgens nationaal onderzoek de kantoorruimte, gevolgd door onderhoud en service.
In de zorg en overheidsinstellingen gaat het er wat rustiger aan toe. Toch ligt ook daar een verdubbeling van IoT-toepassingen in productie binnen enkele jaren in het verschiet. Dat is althans de verwachting van menig marktanalist.
Realistisch of naief?
Onze ict-sector blinkt uit in het delen van de ongekende mogelijkheden van technologie. Digitalisering kan complete marktsegmenten ontwrichten. Bekende voorbeelden als Uber en AirBNB hoeven we eigenlijk niet meer te noemen. Echter, de huidige praktijk laat zien dat veel organisaties internet of things primair inzetten voor het verbeteren van de dienstverlening of procesoptimalisatie. Terwijl er vrijwel niemand meer is, die IoT niet serieus neemt, zijn er weinig mensen die verwachten dat hun eigen sector ontwricht wordt met nieuwe verdienmodellen.
Hier en daar een bank, verzekeraars en leasingbedrijven voelen de druk. Maar bij alle overige sectoren zal het niet zo’n vaart lopen, is de huidige houding. Moeten we ons zorgen maken? Of moeten we de constructieve, wellicht wat naïeve houding van alleen maar kansen, en geen bedreigingen zien, toejuichen? Wie het weet, mag het zeggen. Ik kijk uit naar de eerstvolgende sector die volop gaat profiteren van het internet of things!
Jorik Abspoel, vice president strategic development bij Sogeti