Start-ups krijgen veel te veel aandacht en dat is niet alleen oneerlijk voor gevestigde partijen. Dit is de discussiestelling die Computable-lezers vandaag krijgen voorgelegd.
Start-ups zijn in, start-ups zijn hot. Maar de aandacht voor innovatieve, jonge bedrijven die de dingen net anders doen, kent ook een keerzijde. Er is niet alleen de haast collectieve blindheid voor het feit dat het merendeel van de start-ups falen, floppen of verdwijnen. Er is ook het negeren van wat er allemaal komt kijken bij het zijn van een gevestigde partij.
Eens een start-up, later niet meer een start-up. De David van nu loopt risico dat hij (of zij) straks de Goliath is. En wat dan? Hoe reageer je als gevestigde partij op een disruptieve dreiging, die je misschien best wel hebt zien aankomen? Daar is veel te weinig besef van en veel te weinig aandacht voor. De verheerlijking van start-ups moet maar eens ophouden. Wat vind jij?