Onderzoekscentrum Imec maakte vorige maand de fusie met iMinds, een andere Vlaamse sterkhouder, bekend. Op 11 maart 2016 opende het een nieuwe cleanroom. Dit biedt ruimte voor de vele onderzoeksprojecten voor de komende jaren. Het moge duidelijk zijn: Imec's groeiverhaal, dat ruim dertig jaar geleden startte, is nog lang niet ten einde.
Onderzoekscentrum Imec startte in 1984 onder het goedkeurend oog van Gaston Geens, de toenmalige minister-president van de recent opgestarte Vlaamse executieve. Imec moest een parel aan de Vlaamse kroon worden, het wereldcentrum voor onderzoek in micro-electronica, en had daar meteen enkele miljoenen euro voor veil. ‘Het was de tijd van de doorbraak van de personal computer, en er heerste een gevoel dat alles mogelijk was’, herinnert zich Luc Van den Hove, huidig ceo en één van de eerste werknemers van Imec.
‘Een aantal professoren van de universiteit van Leuven waren naar Silicon Valley geweest, en velen waren ervan overtuigd dat zoiets ook bij ons moest kunnen. Zo ook professor en baron Roger Van Overstraeten, die mee aan de wieg heeft gestaan van dit prestigieuze project. Voor het superlab dat hij voor ogen had waren heel wat investeringen nodig. Gelukkig was de timing zowat perfect, want de Vlaamse overheid was net dan op zoek naar prestigeprojecten, die de veelbesproken DIRV (Derde Industriële Revolutie in Vlaanderen, nvdr) vorm konden geven,’ vertelt Van den Hove. Overheid, academische wereld en bedrijfsleven zagen hun belangen perfect gelijk lopen, en het succesverhaal van Imec was geboren.
Gestage groei op alle fronten
In de visie van wijlen professor Van Overstraeten (die overleed in 1999) was er op termijn zeker werkgelegenheid voor driehonderd medewerkers. Dat aantal werd nog tijdens zijn beleid overschreden, en in 2000 telde Imec al meer dan duizend werknemers. ‘En tegen het einde van het jaar zitten we al aan ongeveer drieduizend medewerkers, het tienvoudige van onze stoutste dromen van toen’, merkt Van den Hove trots op.
De groei betreft niet enkel het aantal werknemers, ook het ecosysteem is geleidelijk meegegroeid. Zo is een derde van de 2400 medewerkers vandaag zogeheten ‘visiting employee’, ter beschikking gesteld door universiteiten uit de hele wereld of door industriële partners die zo hun eigen ontwikkelingen hopen te versnellen. ‘Het maakt mee deel uit van het ecosysteem dat we over de jaren heen hebben gebouwd’, legt de ceo uit: ‘Een onderzoekscentrum als het onze kan niet zonder hechte samenwerkingen met de academische wereld enerzijds en de bedrijfswereld anderzijds.’ Hij gaat er ook prat op dat de medewerkers maar liefst 71 verschillende nationaliteiten vertegenwoordigen: ‘We hebben een multicultureel en dynamisch team opgebouwd. Een zeer jong team ook: de gemiddelde leeftijd bedraagt ongeveer 39 jaar.’
Ook de infrastructuur voor het onderzoek bleef meegroeien. Na de eerste cleanroom van 3500 vierkante meter in 1986, volgt een nieuwe in 2004, een extensie in 2010, en in maart 2016 werd alweer een nieuwe clean room geopend, van vierduizend vierkante meter, die de totale bruikbare oppervlakte meteen verdubbelt. ‘Ons lab heeft apparatuur ter waarde van maar liefst één miljard euro’, rekent Luc Van den hove, ‘Dat lijkt enorm veel, maar het is ook wat ons uniek maakt. We hebben apparatuur die compatibel is met wat onze industriële partners gebruiken, maar steeds het meest geavanceerde model. Daarom zijn wij de meest gevraagde hub om nieuwe technologie uit te testen. Maar die apparatuur is tegelijk ook zo duur dat we ons verplicht voelen om volcontinu aan de slag te blijven: de hardware is te duur om ze ongebruikt te laten. Bovendien neemt elk onderzoeksproject zo veel tijd in beslag dat we het onszelf en onze partners verplicht zijn om elk moment optimaal te benutten.’
Dat dit alles ook tot een gestage omzetgroei heeft geleid, hoeft geen betoog. Wel opmerkelijk is dat het aandeel van de overheidssteun in de totaalomzet jaar na jaar is afgenomen, ook al is het absolute bedrag door de jaren heen steeds blijven stijgen. ‘Onze omzet komt u voor zowat 80 procent uit de industrie’, aldus de ceo, ‘En ook daarmee zijn we als onderzoekscentrum uniek in de wereld. Het gerenommeerde Fraunhofer Institut, bijvoorbeeld, rekent voor een significant groter deel van zijn inkomsten op de overheid.’ In 2015 was Imec goed voor een omzet van zowat 415 miljoen euro, en binnen een paar jaar hopen ze de kaap van een half miljard euro te ronden. Hiermee zorgt Imec ook voor een fiscale bijdrage aan de overheid van zowat tweehonderd miljoen euro, terwijl het jaarlijks een investeringsbijdrage van de overheid ontvangt van vijftig miljoen euro. ‘Eén van de betere investeringen van de overheid’, besluit hij glimlachend.
Van hardware naar software naar geïntegreerde ‘dingen’
Aanvankelijk was Imec uitsluitend gericht op de hardware-aspecten: hoe maak je transistors, chips en semiconductors zo klein mogelijk zonder aan kracht of precisie in te boeten? Zo droeg het bedrijf actief bij tot de doorbraak van nanotechnologie. Maar mettertijd begon de focus ook te verbreden van louter hardware naar interactie met systemen, en sinds het beging van dit millennium, ook steeds vaker naar applicaties en software.
Van den Hove: ‘De tijd dat je kon volstaan met louter onderzoek en ontwikkeling naar technologie is al enige jaren voorbij. We willen samen met onze partners impact hebben op alle aspecten van het ‘smart’ verhaal. Om dat goed te doen, moeten we dus ook meewerken aan de applicaties en de software en kunnen demonstreren dat de technologie werkt in concrete omstandigheden. Dat heeft al geleid tot verschillende start-ups, die de uitwerking van bepaalde technologie voor hun rekening nemen.’ Als voorbeeld verwijst hij naar Bloom Technologies, een Imec-spinoff die werkt aan een health patch voor het monitoren van de gezondheidsstatus van een ongeboren baby.
Deze smart health toepassing is maar één voorbeeld van het ‘Internet of things’, een geheel nieuwe economie waarin nanotechnologie een bijzondere rol kan spelen, door minuscuul kleine intelligentie in alledaagse voorwerpen te integreren. Imec werkt nu al concreet aan diverse smart health toepassingen zoals het voorbeeld hierboven, maar ook in verschillende andere gebieden: smart buildings, smart grid en smart manufacturing en ook toepassingen in minder voor de hand liggende sectoren. Zo werkt imec bijvoorbeeld samen met de Turnhoutse spellengigant Cartamundi aan het integreren van elektronische componenten in kaartspellen, om die interactiever te maken. ‘Maar dit vergt weer een nieuw soort innovatie’, zegt Van den Hove: ‘Waar je vroeger de innovatie eerst in hardware zag en nadien in software, gebeurt het nu op beide fronten tegelijk. En je moet de toepasbaarheid van je innovatie ook zo snel mogelijk kunnen aantonen.’
iMinds: een logische keuze
Precies in het toepassen van technologie in ‘real life’ situaties heeft iMinds bij uitstek een sterke reputatie. Alvast op dat vlak tonen beide bedrijven een grote complementariteit. Maar die houdt daarbij niet op. Zo heeft Imec een bijzonder sterke reputatie en krachtige partnerships op internationaal niveau verworven, terwijl iMinds een bijzonder sterke lokale verankering heeft opgebouwd, met projecten zoals Smart City, waarbij de stad Antwerpen als levende proeftuin voor het uitproberen van nieuwe technologieën wordt gebruikt.
De ceo is er daarom van overtuigd dat het samengaan van beide bedrijven een positief effect zal opleveren, niet alleen voor de bedrijven zelf, maar ook voor de Vlaamse economie in zijn geheel: ‘Door onze krachten te bundelen, kunnen we veel sneller hardware inbedden in concrete oplossingen, die met name op het vlak van internet of things kleiner, concreter en sneller toepasbaar zijn. Dit maakt ze interessant voor kmo’s, en dus voor Vlaanderen, want Vlaanderen is bij uitstek een kmo-regio.’
Imec is overigens van plan om ook zelf voor enkele nieuwe kmo’s te zorgen. Bij waarnemers klonk de bezorgdheid dat iMinds zijn innovatieve cultuur en zijn DNA als broeihaard voor nieuwe start-ups zou verliezen. Maar dat spreekt Van den Hove met klem tegen: ‘Ik ben ervan overtuigd dat het gecombineerde bedrijf op dat vlak nog meer zal realiseren dan de som van wat beide bedrijven tot nu toe afzonderlijk afleverden. Misschien niet meteen in aantal start-ups, maar wel in de impact en in de groei van die start-ups. Sommige van onze geplande nieuwe bedrijven mogen zeker de ambitie koesteren om op vrij korte termijn tot honderd of tweehonderd, misschien zelfs vijfhonderd werknemers te groeien.’
Lokaal en internationaal blijven groeien
Zo blijft Imec, zeker in Leuven en omgeving, één van de grootste economische motors. ‘Volgens een impactstudie van ID consult staat imec naast zijn 3400 directe jobs ook in voor vierduizend jobs aan tewerkstelling in de regio, door het aantrekken van onderzoeksgroepen en bedrijven. En daarbij wordt geen rekening gehouden met indirecte jobs zoals transport en de horeca in de buurt. We zijn dus al een belangrijke lokale kracht’, merkt Van den Hove op, ‘Maar we willen ook Vlaanderen verder op de wereldkaart zetten als onderzoekscentrum dat technologie en toepassingen combineert voor de digitale economie. Het gecombineerde bedrijf, Imec + iMinds, heeft alles in zich om dé smart hub te worden waar je technologie snel en efficiënt kan demonstreren. Dat kan omdat we onze unieke onderzoeksomgeving en ons krachtig netwerk kunnen combineren met een laagdrempelige aanpak, waarbij we bureaucratie vermijden en zo snel kunnen schakelen. Dit laatste is zeker een belangrijke bijdrage van iMinds aan onze bedrijfscultuur.’