Maar liefst 40 procent van de Belgische bedrijven maakt geen dagelijkse back-up. Een kwart van de Belgische bedrijven verliest hierdoor data. Dat concludeert Dat is een Merak, specialist in archiefbeheer, in zijn onderzoek naar dataverlies.
Bij grotere bedrijven vanaf 250 medewerkers vindt dagelijks een back-up plaats. Amper 3 procent van deze bedrijven doet dit om de paar dagen of wekelijks. Vooral bij kleinere bedrijven schort het aan een (goed) back-upbeleid. Zo maakt 8 procent van de kmo’s maar enkele keren per jaar een back-up. Deze hebben meestal geen duidelijkheid over wie verantwoordelijk is voor back-ups. Volgens Merak is er daarom een back-upbeleid nodig, dat bedrijven voorbereid op incidenten die data kunnen vernietigen, zoals een computercrash of een brand.
Een kwart van de Belgische bedrijven geeft toe al minstens één keer data te hebben verloren. Bij 11 procent gebeurde dat zelfs meerdere keren. Bij de helft van deze bedrijven was een gedeelte van de data onherroepelijk verloren en 10 procent was alle data kwijt. Drie kwart van de getroffen bedrijven reageerde door het it-beleid aan te passen. De overige 25 procent liet het beleid onveranderd.
Fysieke back-up
De onderzoekers constateren dat fysieke back-ups populair blijven. Van alle bedrijven die back-uppen, bewaart 52 procent een fysieke back-up (tape of disk) intern en 39 procent maakt fysieke back-ups die (ook) extern worden bewaard. Daarnaast bewaart een kwart de back-ups (ook) in de cloud.
Nicolas Uyttenhove, woordvoerder van Merak: ‘Bedrijven kiezen om hun back-up in het bedrijf te bewaren om kosten te besparen, maar externe bewaring kost slechts een fractie van het volledige it-budget van een onderneming. Externe bewaring biedt ook bescherming tegen diefstal, brand of andere rampen. Dat kost enkele honderden euro’s per jaar, een investering die niet op kan tegen de kosten die dataverlies met zich meebrengen.’