Een Europees onderzoeksproject, onder leiding van de TU Eindhoven, gaat de draadloze technologie ontwikkelen voor 5G, de volgende generatie mobiel internet. Hiermee moet honderd keer sneller internet mogelijk zijn dan met het huidige 4G-netwerk. Het consortium, waar onder meer ook telecombedrijven Ericsson en NXP deel van uitmaken, heeft een Marie Curie-beurs uit het Europese subsidieprogramma Horizon 2020 gekregen van ruim drie miljoen euro.
Een Europees consortium, onder leiding van TU Eindhoven, gaat de technologie voor een toekomstig 5G-netwerk ontwikkelen. De onderzoekers gaan zich voornamelijk richten op een nieuw type radio-antennes, die signalen kunnen verwerken van 30 GHz – benodigd om de hoge datasnelheden te kunnen halen. De huidige 4G-antennes werken in het regime onder 3 GHz. De onderzoekers gaan een innovatief basisstation ontwikkelen waarbij honderd tot duizend antennes samenwerken en een grote variatie in signalen mogelijk is.
Met dit toekomstige ‘5G-netwerk’ moeten snelheden mogelijk zijn tot wel 10 Gbit/s, honderd keer sneller dan met het huidige 4G mogelijk is. Daarnaast zal de capaciteit – de hoeveelheid data die het netwerk aankan – duizend keer groter zijn. Door het almaar groeiende datagebruik zal het huidige 4G-netwerk voor mobiel internet naar verwachting binnen enkele jaren tegen zijn grenzen aanlopen.
In het project, genaamd Silika, werkt de Eindhovense universiteit samen met Chalmers University (Zweden), KU Leuven (België) en de bedrijven NXP, Ericsson en Orban Microwave Products. Het project ontving onlangs een beurs van ruim drie miljoen euro uit het Marie Curie ITN-programma van het Europese Horizon 2020. Met dit geld zullen twaalf promovendi aangesteld worden.