De diensten van service providers richten zich momenteel grotendeels op mobiel breedbandinternet en belminuten. Hun netwerken zijn dan ook gericht op consumentenapparatuur zoals smartphones, laptops en tablets. Met de groei van het internet of things (IoT) moeten ze echter aanpassingen doorvoeren om ook minder voorspelbare apparaten met zakelijke toepassingen te verbinden – uiteenlopend van sensoren en smart meters bij energieleveranciers, tot verbonden auto’s en vrachtwagens in logistieke omgevingen. De zakelijke markt wordt vrijwel dagelijks groter voor zowel mobiele als IoT-platform-providers.
In 2020 zullen er volgens Gartner zo’n 21 miljard apparaten verbonden zijn. Los van de discussie of dit getal klopt, zullen providers de toenemende verkeersdrukte op hun netwerken merken. Dit vraagt een andere kijk op de inrichting van de infrastructuur om zowel de nieuwe IoT-business aan te spreken en de bestaande voice- en breedband klandizie niet te verliezen.
De eisen voor een IoT-infrastructuur
Naast de volumestijging kan IoT-verkeer ook anders communiceren dan smartphones en computers. Sommige IoT-apparaten wisselen slechts een kleine hoeveelheid data uit en verbinden zeer onregelmatig met het netwerk. Denk hierbij aan smart meters voor gas of elektra. Een connected car kan echter voor lange tijd verbonden zijn en niet alleen diagnostische info uitwisselen, maar ook het breedbandinternet in de auto verzorgen. Veel data dus gedurende een langere periode.
Dit verschil in endpoint-gedrag zorgt voor verschillende eisen aan het netwerk en aan het datacenter dat alle data moet hosten en verwerken. Een 4G-netwerk is prima voor connected cars, maar is niet noodzakelijk de beste keuze voor smart metering. Hier volstaat een kleinere bandbreedte met minimaal energiegebruik, waardoor sommige providers low-power wan-netwerken (lp-wan) uitrollen zoals LoRa of SigFox, die naast traditionele 3G/4G-netwerken draaien en de minder veeleisende IoT-toepassingen bedienen en op die manier de accuduur van apparaten verlengt.
Het is cruciaal om in een virtuele omgeving de netwerk- en IoT-platformfunctionaliteit snel aan te kunnen passen aan de eisen van elke IoT use case. Door de verscheidenheid daaraan is er geen one-size-fits-all aanpak. Om applicaties beschikbaar te houden, te onderhouden en de numerieke groei te kunnen bijbenen is een robuuste cloud-infrastructuur nodig, die flexibel en Agile genoeg is om snel te schalen en aan te passen wanneer nodig.
Voorbereiden op IoT
Service providers zijn over het algemeen redelijk op weg met het bouwen van IoT-ready infrastructuren en diensten. Zoals eerder genoemd worden de lp-wan-netwerken uitgerold als aanvulling op 3G/4G-infrastructuren. Netwerkconsolidatie staat ook op de agenda. Dit helpt bij het reduceren van het algehele kostenplaatje, en maakt het mogelijk om nieuwe diensten veel sneller te introduceren, omdat netwerken door de consolidatie eenvoudiger worden. In eerdere IoT-projecten hebben service-providers cloud-technologie opgepakt zoals network functions virtualisation (nfv) om infrastructuuronderdelen te bouwen voor IoT use cases. Het zou de blauwdruk voor toekomstige IoT-infrastructuur moeten vormen. Nfv is een conceptuele netwerkarchitectuur, die netwerk node-functionaliteit omvormt tot bouwblokken die je kunt koppelen, om tot schaalbare services te komen.
Oorspronkelijk was het doel van nfv om Capex en Opex te reduceren voor de service provider. Service providers zien nfv echter steeds meer als een manier om nieuwe services sneller te introduceren en bestaande sneller aan te passen. Nu IoT nieuwe eisen aan het netwerk en de applicaties stelt, zal nfv noodzakelijk worden voor providers die mee willen komen in de IoT-markt.
De laatste loodjes
Nu IoT geen toekomstmuziek meer is, zijn veel service providers klaar om dit te faciliteren. Ze zullen uiteraard de verbinding moeten verzorgen met de vele IoT-apparatuur, maar ze willen ook een stap hoger in de waardeketen komen door volledige IoT-platformen te bieden. De goede cloud-infrastructuur en vroege ervaring met nfv vormt een goede basis, maar er liggen nog steeds uitdagingen om aan te werken.
Verbinden is één, maar beveiligen van de apparatuur en de applicaties is minstens zo belangrijk. Service providers hebben dit in de gaten gekregen door cyber- en DDoS-aanvallen, maar heeft ze ook juist voorzichtiger gemaakt in hun stappen richting IoT. Dit is niet noodzakelijk slecht. Gebruikers, zowel zakelijk als consument, zullen de vruchten hiervan plukken: de voordelen van een verbonden wereld terwijl de onderliggende netwerken en infrastructuren veilig en strak beheerd worden.
Bart Salaets, head of Solution Architects EMEA bij F5 Networks.