De generatie vrouwen die in 2020 afstudeert aan universiteiten in ontwikkelde markten, kan de eerste generatie zijn die de loonongelijkheid ten opzichte van mannen in hun professionele carrière gaat verkleinen. Daarvoor moeten ze wel drie 'gelijkmakers' toepassen: digitale vlotheid, ambities stellen en technologische geletterdheid. Dit blijkt uit onderzoek van Accenture in het kader van Internationale Vrouwendag die vandaag gevierd wordt.
Uit het rapport, Getting to Equal 2017, blijkt dat de loonkloof verkleind kan worden als vrouwen drie ‘equalizers’ efficiënt tijdens hun loopbaan toepassen. Het hanteren van deze gelijkmakende factoren, gecombineerd met steun uit het bedrijfsleven, de overheid en de academische wereld, zou de loonkloof al met 35 procent kunnen verminderen in 2030, aldus ict-dienstverleningsconcern Accenture.
Het gaat om de factoren digitale vlotheid, het stellen van ambities en technologische geletterdheid. Onder digitale vlotheid verstaat Accenture de mate waarin mensen gebruik maken van digitale technologieën om te verbinden, leren en te werken. Het bedrijf noemt verder het stellen van ambities een noodzaak voor vrouwen om de lat hoog te leggen, weloverwogen keuzes te maken en proactief hun carrière te beheren. Technologische geletterdheid, tenslotte, is volgens Accenture de mogelijkheid om digitale en technologische vaardigheden verder te ontwikkelen, net zo snel als mannen.
Loonkloof
Het toepassen van deze gelijkmakers kan de loonkloof in ontwikkelde markten al in 2044 dichten waarmee het behalen van loongelijkheid met 36 jaar wordt versneld. In opkomende markten, kan het overbruggen van de loonkloof meer dan honderd jaar verkorten, waarbij loongelijkheid wordt bereikt in 2066 in plaats van in 2168.
Uit het onderzoek blijkt echter dat jonge vrouwen in vergelijking met jonge mannen minder snel nieuwe technologieën gebruiken (21 procent versus 50 procent) en minder geneigd zijn om codering en informaticacursussen te volgen (45 procent versus 78 procent).
‘De toekomstige beroepsbevolking moet een gelijke arbeidspoel zijn. De genderkloof is een economische en cruciale concurrentiefactor, die iedereen aangaat. We moeten daarom maatregelen nemen om kansen te creëren voor vrouwen om de kloof sneller te overbruggen’, aldus Manon van Beek, algemeen directeur Accenture Nederland.
Onderzoek
Uit het onderzoek van Accenture blijkt dat vrouwen wereldwijd gemiddeld honderd dollar verdienen waar een man honderdveertig dollar verdient. Bijkomend hebben vrouwen minder vaak betaald werk dan mannen wat bijdraagt aan de ‘onzichtbare loonkloof’ die de economische ongelijkheid tussen mannen en vrouwen wederom vergroot. In Nederland wordt die loonkloof zelfs voor 44 procent bepaald door het feit dat vrouwen minder uren werken dan mannen. Meer dan een kwart (26 procent) van de kloof wordt veroorzaakt door het lagere aantal vrouwen in betaald werk, en 14 procent doordat vrouwen vaker in lager betaalde sectoren werken.
Uit de studie komt verder naar voren dat een aantal kritische factoren de kansen voor vrouwen op een gelijk loon beïnvloedt. Nederlandse vrouwelijke studenten zijn namelijk minder snel geneigd om in vergelijking met mannelijke studenten, een studie te kiezen waarbij het potentieel om veel te verdienen groot is (11 procent versus 21 procent), een mentor te hebben (30 procent versus 50 procent) of te streven naar een senior leidinggevende positie (14 procent versus 29 procent).
Verantwoording
Meer dan 28.000 vrouwen en mannen, inclusief studenten, uit 29 landen namen deel aan het onderzoek van Accenture. De steekproef omvatte een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen, van drie generaties (millennials, generatie X en babyboomers), uit alle medewerkersniveaus bij bedrijven van verschillende grootte.
Landen opgenomen in het onderzoek waren Argentinië, Australië, Oostenrijk, Brazilië, Canada, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Groot-China (inclusief Hong Kong en Taiwan), India, Ierland, Italië, Japan, Mexico, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Singapore , Zuid-Afrika, Spanje, Zweden, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Indonesië, Maleisië, de Filipijnen, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten hebben ook deelgenomen aan de enquête.