Blockchain gaat net als elke 'emerging technology' door een hype-cyclus. 2018 was het jaar waarin de opgeblazen verwachtingen van de hype inzakten. Veel partijen hebben er mee geëxperimenteerd. Nu is het tijd om de technologie en toepassing ervan in de praktijk écht volwassen te maken. Om voorbij de pilotfase te komen, moet de techniek en organisatie tegelijkertijd ontwikkeld worden binnen juridische randvoorwaarden.
De valkuil van veel blockchainpilots is dat er alleen vanuit technisch perspectief aan is gewerkt. Met een proof of concept is er soms wel gevalideerd of de oplossing een echt probleem oplost. Om de kansen van blockchain echt te benutten, verdient vaak ook de organisatie een aanpassing. Veel partijen gaan namelijk anders met hun (keten)partners samenwerken. Dat vraagt wat van de betrokkenen, maar ook van (governance)afspraken en procedures. En om het blockchain verantwoord in de praktijk toe te passen, moet het voldoen aan juridische randvoorwaarden. Denk aan de AVG of Archiefwet. Alleen dan kunnen bestuurders/directies ook een toepassing in de praktijk introduceren.
Beslissers kiezen ook eerder voor implementatie als een blockchain-oplossing op korte termijn effect heeft. Sommige pilots schetsen alleen de waarde op lange termijn, terwijl dit nog vaak een brug te ver is voor de stand van de techniek en de mate waar de organisatie er klaar voor is.
Vereenvoudigen
Andere pilots liggen dicht tegen huidige denk- en werkwijzen van organisaties aan en zijn daarmee op relatief korte termijn te realiseren in de praktijk. Daar draait het om het vereenvoudigen van administratieve processen waarbij veel partijen betrokken zijn. Daarin zitten kansen voor het verminderen van repetitieve (bureaucratische) handelingen en dus is er sprake van een goede businesscase voor de korte termijn. Dit komt doordat de rol van centrale organisaties verandert wanneer samenwerkende ketenpartners gelijktijdig toegang hebben tot dezelfde realtime-informatie in een blockchain en gezamenlijk de kwaliteit daarvan bewaken. Ketenpartners worden hiermee gezamenlijk verantwoordelijk voor het toezicht op de juistheid van een (geautomatiseerd) proces dat zij in relatie tot hun klanten en partners gezamenlijk doorlopen. Dit betekent dat er minder afstemming – veelal omtrent benodigde gegevens – tussen verschillende partijen nodig of zelfs overbodig zal zijn en dubbele administratie verleden tijd is. Hiermee neemt de hoeveelheid repetitieve handelingen in administratieve processen tussen organisaties onderling en met klanten sterk af. Het effect op de dienstverlening, de organisatie en kosten is een kans om makkelijker voorbij de pilotfase te komen.
Auteur Nanning de Jong is managing consultant bij Berenschot.
Dit artikel verscheen eerder in Computable Magazine nummer 1 2019.