Het jpeg-landschap is complex en dat wordt er niet minder op door de komst van het licentieprogramma voor JPEG-XT. De vraag is of dit formaat nog nodig is en zo ja, wie het dan gaat gebruiken.
De Joint Photographic Expert Group ontwikkelt beeldformaten en de bekendste is het jpeg-formaat met de .jpg of .jpeg-extensie. De meest gebruikte variant is nog steeds het fotocompressieformaat dat stamt uit 1992. De JPEG-groep kwam weliswaar rond 2000 met een nieuw formaat, jpeg 2000, maar dat werd nooit echt populair, niet in de laatste plaats omdat het niet achterwaarts compatibel was met het oude formaat. Dit betekende dus dat een jpeg-2000 plaatje niet zichtbaar zou zijn in een browser die dat niet ondersteunde.
Al dat soort problemen moeten niet in het jpeg-XT-formaat zitten. Het formaat is achterwaarts compatibel en is een uitbreiding op het oeroude jpeg-formaat. Het nieuwe formaat heeft onder andere ondersteuning voor high-dynamic-range-afbeeldingen (hdr) en de mogelijkheid om foto’s bijna lossless op te slaan en biedt ondersteuning voor alphalagen. Ook is de maximale kleurdiepte verhoogd tot 16 bits. Mocht een applicatie deze versie niet ondersteunen, dan ziet de gebruiker gewoon niet alle nieuwe opties, zoals hdr.
Op een aantal van die technieken heeft Dolby International octrooi, dit betekent dat er licentiegelden betaald moeten worden voor het gebruik van het beeldformaat. De eindgebruiker op internet zal hier zelf weinig van merken, maar makers van beeldverwerkingsprogramma’s moeten hier wel voor in de buidel tasten.
Concurrenten en alternatieven
Inmiddels zijn er veel meer concurrerende formaten op de markt waarvan de een open source is en de ander geen licentiegelden vereist. Naast het feit dat nog meer formaten niet bepaald leidt tot transparantie, heeft jpeg-XT wel het grote voordeel ten opzichte van nieuwe(re) bestandsformaten dat het backwards-compatibel is en ook werkt op oude apparatuur zonder dat daar een update voor moet komen.
Alternatieven zijn er inmiddels ook genoeg, zoals het door Google ontwikkelde WepP en WebM die respectievelijk gebaseerd zijn op de VP8- en VP9-videocodec. De bestandsverkleining ten opzichte van een standaard jpeg is 39 procent, png-bestanden worden 45 procent kleiner bij omzetting naar WebM en van gifjes wordt 64 procent afgeslagen. Dat zorgt voor aanzienlijk minder benodigde opslagruimte. Ook ondersteunt het WebP-formaat lossless-compressie.
Bij Apple-producten worden beeldbestanden naar heic omgezet, dat op zichzelf weer op heif gebaseerd is of het high efficiency image format. Ook aan heic ligt een videoformaat ten grondslag, het h265-formaat van de MPEG-groep.
Ook noemenswaardig is jpeg-XL, AV1, Better Portable Graphic en Free Lossless Image Format. Al met al: overzichtelijker wordt het er niet op. Jpeg-XT kan een interessant formaat voor fotocamera’s worden omdat het ook lossless en bijna lossless beelden op kan leveren, niet destructief bewerkt kan worden en het grote voordeel heeft dat het achterwaarts compatibel is.