Enkele weken had ik de eer om nog eens langs het gemeentehuis te gaan voor een nieuwe identiteitskaart. Dat viel deze keer goed mee. De vorige keer vloog ik terug naar huis omdat ik glimlachte op mijn foto. Want dat mag niet. Je mag op zo’n foto hoogstens met je ogen glimlachen.
Deze keer ging alles goed. Mijn foto werd bekeken door een jobstudente die van (heel) ver nakeek of het een andere foto was dan die op mijn vorige identiteitskaart (van tien jaar geleden). Dat was niet zo. Maar een echte controle was dat natuurlijk niet.
Ik kan de plannen van minister Jan Jambon dus wel begrijpen. Wie in de toekomst een nieuwe identiteitskaart of paspoort wil, zal zijn pasfoto namelijk eerst moeten laten screenen met software voor gezichtsherkenning. Dit om fraude tegen te gaan. Nu wordt er nog regelmatig aan ‘lookalike-fraude’ gedaan, omdat papier gemakkelijk manipuleerbaar is.
Vorig jaar werden al 771 frauduleuze identiteitskaarten uit omloop gehaald en dat is waarschijnlijk maar het topje van de ijsberg.
Een digitale foto moet dit tegengaan. Nu al wordt de meegebrachte foto ingescand en terug meegegeven. Het hele traject digitaal maken lijkt me logisch, toch zijn er nog twee uitdagingen in het plan.
1. De fotograaf
Wie binnenkort een identiteitskaart aanvraagt, laat zijn of haar fotograaf de foto rechtstreeks doorsturen naar het gemeentehuis. Dat was alvast de headline in de media. En daar knelt het schoentje toch een beetje. Welke fotograaf? Want een fotowinkel is vandaag al even zeldzaam als de Javaanse neushoorn.
In Turnhout bijvoorbeeld – toch een middelgrote provinciestad – droeg vorige week de laatste fotograaf zijn zaak over. Toen de man begon met zijn winkel waren er in de stad nog tien fotografen.
Het systeem met gezichtsherkenning wordt ten vroegste begin 2019 toegepast, bij de invoering van de biometrische identiteitskaarten. Tegen dan zijn er alleszins nog minder fotografen (en neushoorns).
Het zou logisch zijn om ook fotoautomaten de digitale foto’s te laten doorsturen, en dat lijkt ook wel de bedoeling. Maar nog simpeler lijkt het me om gewoon in het gemeentehuis zelf de foto’s te (laten) maken. Iets wat de meeste scholen en universiteiten overigens vandaag al doen voor hun studentenkaarten. Sommige gemeentes bieden zo’n fotocabine intussen aan, overigens tot ergernis van de laatst overgebleven fotograaf die zijn faillissement eraan wijt. Dan heb je dat weer.
In mijn dorp wordt overigens geen cabine aangeboden. Ik had ook niet de indruk dat onze gemeentedienst daar zin in had.
2. De dienst bevolking
Waarbij we bij de tweede uitdaging zijn aanbeland: de gemeentedienst. Ik ben ongetwijfeld bevooroordeeld, maar heb hier nog zo mijn reserves. Een gevoel dat ik ongetwijfeld over hou aan de tijd toen ik mijn bouwvergunning moest indienen en door de bevoegde ambtenaar werkelijk van het kastje naar de muur werd gestuurd.
Toegegeven: de dienst bevolking van mijn gemeente (die onder meer reispassen en identiteitskaarten in de aanbieding heeft) doet het qua efficiëntie dan wel beter. Maar nieuwe software voor gezichtsherkenning of niet: bestrijders van identiteitsfraude lijken ze me niet. En misschien kan je dat niet eens verwachten.
Bovendien hoop ik dat ze binnenkort mijn – door de fotograaf/fotocabine (schrappen wat niet past) -doorgestuurde foto snel terugvinden. Alleszins sneller dan dat ze indertijd mijn bouwaanvraag konden opgraven. Dat belooft nog met die nieuwe software.