Moller-Maersk, een van de grootste containerbedrijven ter wereld, heeft in de nasleep van de Notpetya-aanval tienduizenden computers en servers moeten herinstalleren, meldt het Britse ict-vakblad Computing. Het bedrijf heeft tien dagen zonder it gewerkt.
De kostprijs van het debacle heeft Maersk in augustus al bekendgemaakt: zowat driehonderd miljoen dollar door vertragingen, verloren omzet en uitgestelde verzendingen. Maar op het laatste World Economic Forum in Davos gaf voorzitter Jim Hagemann Snabe meer details over hoe vernietigend de impact van Notpetya wel was voor het containerbedrijf.
Gedurende tien dagen in juni en juli werkte Maersk compleet zonder it-infrastructuur, wat leidde tot grote administratieve chaos in de 76 havens van waaruit het bedrijf opereert. Een containerschip van Maersk heeft gemiddeld zo’n twintigduizend containers aan boord. Ongeveer elke vijftien minuten meert er ergens ter wereld zo’n schip aan in een haven. Het verhandelde volume daalde door de Petya-aanval met 20 procent, dus 80 procent van al die bewegingen werd volledig met de hand afgewerkt.
Om Petya helemaal uit zijn systeem te krijgen, herinstalleerde Maersk meer dan 45.000 nieuwe pc’s, vierduizend nieuwe servers en 2500 nieuwe applicaties. Heel die klus werd op tien dagen uitgevoerd. Normaliter had zo’n operatie zeker zes maanden geduurd, aldus de topman.
Hoewel de gevolgen van Petya een financiële catastrofe meebrachten, ziet Hagemann Snabe ook een positieve kant aan het verhaal. ‘Het was een zeer belangrijke wake up call’, zegt hij. ‘Zoals zoveel bedrijven deden we het maar zozo als het op cyberbeveiliging aankwam. Dit was niet alleen een aanleiding om heel goed te worden. We hebben nu een plan waarbij onze kennis om cybersecurity te managen een competitief voordeel wordt.’