In een nieuw rapport van het Bipt zegt de organisatie dat er te weinig concurrentie is op de Belgische telecommarkt. De telecomwaakhond stelt verschillende maatregelen voor om die concurrentie aan te zwengelen.
Het rapport zelf is nog niet openbaar gemaakt omdat de Europese Commissie er nog zijn oordeel moet over geven, maar in zijn conclusie is het Bipt duidelijk: uit een grondige analyse blijkt dat de markten voor breedbandinternet en televisie nog steeds gekenmerkt worden door een gebrek aan concurrentie. Proximus, Telenet, Brutélé en Nethys (VOO) behouden een sterke machtspositie op de wholesale-markten. De netwerken van Proximus, Brutélé, Nethys en Telenet moeten dus open blijven voor de concurrerende operatoren, aldus het BIPT.
In de krant De Tijd zegt minister van Telecom Alexander De Croo (Open VLD) blij te zijn met de analyse van de telecomwaakhond. Hij stipt drie maatregelen aan die het Bipt voorstelt. Vooreerst mogen potentiële concurrenten van niet verplicht worden om zowel telefonie, tv als internet aan te bieden. Providers die enkel internet aanbieden kunnen een nieuwe dynamiek op de markt brengen. Voorts wil het Bipt dat Telenet aan Orange de werkelijke kostprijs gaat aanrekenen voor het gebruik van zijn kabelnetwerk. Ten slotte moet ook Proximus zijn netwerk openstellen voor concurrenten, maar wel op zo’n manier dat zijn investeringen in glasvezelnet beschermd worden. Hoe dat precies moet gaan, is nog niet duidelijk. Proximus stelt dat glasvezelnetwerk trouwens al open voor andere spelers. EDPNet bijvoorbeeld begint vanaf medio mei met een eigen aanbod via de FttH-infrastructuur van Proximus.
Als de Europese Commissie het rapport van het Bipt onderschrijft, kunnen er nieuwe regels van kracht worden.