Belnet, het Belgische netwerk voor hoger onderwijs en onderzoek, heeft tijdens de examenperiode van hogescholen en universiteiten een stabiel netwerk geleverd. Het aantal incidenten lag een stuk lager dan het jaar ervoor. Dat komt naar eigen zeggen door het vooraf opgestelde actieplan en de stabiliteit van het internetknooppunt BNIX.
Belnet ziet een sterke daling van het aantal incidenten op het netwerk. Zo nam het aantal stroringen n in april 2020 met 40 procent af ten opzichte van april vorig jaar. In mei 2020 daalde het aantal incidenten met 16 procent. Zelfs in juni – met alle online examens – werden er 24 procent minder istoringen geregistreerd dan gewoonlijk.
De incidenten die zich alsnog voordeden, konden volgens Belnet sneller worden verholpen door de bijkomende maatregelen van Belnet. De resolutietijd van de incidenten daalde gemiddeld met 30 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2019.
Actieplan
Om tijdens de examenperiode zoveel mogelijk incidenten te vermijden, heeft het BIPT, dat de elektronische-communicatiemarkt reguleert, in samenwerking met de FOD Economie de noden van de universiteiten onderzocht en gedeeld met de telecomoperatoren. Dit vormde, samen met de gesprekken die Belnet heeft gevoerd met hogescholen en universiteiten, de basis voor het actieplan van de netwerkdienstverlener.
Dit plan bestond onder andere uit monitoring van de dienstverlening, de inschakeling van extra resources in geval van incidenten en een capaciteitsmonitoring op het BNIX-platform en de verschillende netwerkdiensten van de universiteiten.
Dirk Haex, technisch directeur van Belnet, vertelt dat er daarnaast gedurende de hele examenperiode een ‘change freeze’ is ingelast. ‘We voerden enkel de hoogstnoodzakelijke aanpassingen uit op het netwerk om maximale stabiliteit te garanderen. En voor de incidenten die zich toch voordeden, verhoogden we de prioriteit en brachten we ongeacht het tijdstip meteen de major incident manager op de hoogte. Daarnaast verkeerde onze Belnet Service Desk in een verhoogde staat van waakzaamheid.’