De marktleiders voor low-code-platformen kan je indelen in twee grote groepen. Er zijn de brede platformspelers zoals Microsoft en Salesforce. En daarnaast de gespecialiseerde partijen met Outsystems en Mendix op kop. Al zitten low-code-platformen in zijn geheel in de lift. ‘Dankzij low code sta je dichter bij je klant.’
Officieel hebben analisten als Gartner het over ‘enterprise-low-code applicatieplatforms’. Het gaat hierbij om een platform om snel toepassingen te ontwikkelen en te implementeren door de codering te minimaliseren of te vervangen. Denk aan een modelgestuurde of grafische programmeeraanpak.
De drempel voor ontwikkeling ligt alvast lager bij low code. ‘Bij traditionele ontwikkeling zit je al snel met grotere teams en meer overhead. En daardoor sta je ook verder van de klant’, stelt Bart Reyserhove, cto bij de Brusselse scale-up Legal Studio dat een software-as-a-service-oplossing aanbiedt via hun KLEA-platform en daarvoor nagenoeg helemaal terugvalt op het low-code-platform van Mendix.
De ontwikkelafdeling van Legal Studio, met intussen een 25-tal medewerkers, is beperkt tot een drietal ontwikkelaars/testers. Het meeste ontwikkelwerk doet het bedrijf ook zelf. Het voordeel van hun aanpak is, volgens Reyserhove, ook dat je als bedrijf en ontwikkelaar erg bezig bent met het business aspect.
Tekort ontwikkelaars
De markt voor low-code, no-code en intelligente ontwikkelaarstechnologieën ziet een sterke vraag van zowel professionele als niet-technische ontwikkelaars. Volgens een nieuwe prognose van IDC zou de markt voor low-code, en het verwante no-code en intelligente ontwikkelaarstechnologieën, wereldwijd toenemen tot een kleine twintig miljard euro in 2026. Het bureau rekent hierbij op een samengesteld jaarlijks groeipercentage (de zogenaamde CAGR) van 17,8 procent.
Organisaties implementeren technologieën als low-code om de productiviteit van (bestaande) ontwikkelaars te verbeteren, maar ook om niet-technische ontwikkelaars tools te geven om digitale oplossingen te kunnen creëren. ‘De markt wordt gedreven door het wereldwijde tekort aan ontwikkelaars’, stelt Michele Rosen vast, De research manager, low-code, no-code &intelligent developer technologies bij IDC verwacht dat deze situatie dit decennium zal aanhouden. Waardoor de markt voor low-code dus sterk zal blijven aantrekken.
Prijskaartje
Intussen zijn low code-platformen rijp voor de meer geavanceerde bedrijfsimplementaties, met dus ook ondersteuning voor het ontwikkelen en testen van toepassingen bestaande uit gebruikersinterfaces, bedrijfslogica, workflow en datasets. Vaak is er ook catalogusondersteuning voor componenten, connectoren en sjablonen én aangepaste api-mogelijkheden. Ook artificiële intelligentie wordt steeds meer ingebouwd.
Of hoe bedrijven er steeds meer op kunnen terugvallen voor hun toepassingen, al lukt niet alles. ‘Negentig procent van wat we in low-code gebruiken is out-of-the-box beschikbaar of konden we ons aanschaffen via de zogenaamde marketplace’, aldus Reyserhove.
Tegelijk erkent hij dat low-code niet voor iedereen geschikt is, ook omwille van het prijskaartje. En hij verwijst hiermee naar het user based prijsmodel dat een aanbieder als Mendix hanteert. ‘Toen wij begonnen was het instap-pakket qua pricing redelijk pittig’, stelt Reyserhove. Ondertussen is dat wel veranderd omdat ze een Mendix basic package uitgebracht hebben. ‘Waardoor onze instapkost initieel wel hoger lag dan startups die nu zouden starten met Mendix’, oppert hij.
Vijf leiders
Er duiken veel aanbieders van low-code-applicatieplatformen voor de zakelijke markt. Hierbij bekende namen zoals Oracle, Huawei en Alibaba en ook Appian, Zoho en Pegasystems.
Volgens Gartner zijn er, op basis van hun recent marktonderzoek, vijf leiders in de markt van enterprise-low-code-applicatieplatformen: Microsoft, Salesforce en ServiceNow, en ook Mendix en Outsystems. ‘Je merkt duidelijk dat het low-code-concept breed ingang vindt’, stelt Bart Reyserhove. ‘Ook doordat grote jongens als Microsoft en Salesforce komen opzetten. Zij worden een concurrent van Mendix. Eigenlijk zijn ze het al.’