Nu de gevolgen van de klimaatverandering duidelijk zijn en klanten en beleggers hoge duurzaamheidseisen stellen, formuleren organisaties in toenemende mate concrete doelen. Wat is de rol van datacenters, cloud computing en storage op de totale footprint van een organisatie?
We zien ESG (Environmental, Social, Governance)-programma’s opduiken in diverse sectoren en regio’s en bij bedrijven van elke grootte. Zo brengt 92 procent van de S&P 500-bedrijven een ESG-report of iets vergelijkbaars uit en zegt meer dan een kwart van beleggers wereldwijd dat ESG centraal staat in hun beleggingsbenadering.
Tegelijkertijd worstelen bedrijven om hun duurzaamheidsinitiatieven in evenwicht te brengen met de consumentenvraag en met de bedrijfsdoelstellingen gericht op meer digitalisering. Het datacenter is daarbij ‘ground zero’. Zo genereren cloud computing, kunstmatige intelligentie (ai) en streamingdiensten steeds grotere hoeveelheden data. Denk aan huisbeveiligingssystemen met wifi-camera’s die voortdurend beelden opnemen en uploaden en videogames met hoge-resolutiebeelden, mogelijk gemaakt dankzij geavanceerde software en hardware. Laten we ook niet de gezondheidszorg vergeten, die bijna een derde van alle data ter wereld genereert voor onderzoek en om therapieën te verbeteren.
Al deze data vereisen grondstoffen en ruimte om ze op te slaan en te beheren. Hoewel de volledige impact van deze snelle groei van data nog niet duidelijk is, zal het zeker zorgen voor een hoger stroomverbruik door datacenters. Dit vormt een uitdaging voor organisaties die zich als onderdeel van hun ESG-programma’s tot doel hebben gesteld om hun CO2-uitstoot terug te dringen.
Wondermiddel
Datacenters, die essentieel zijn voor de voortdurende groei van digitalisering, zijn goed voor ongeveer een procent van het wereldwijde elektriciteitsverbruik. Om dit energieverbruik te verminderen, schakelen veel bedrijven over van legacy, on-premise data-storage naar cloud en hyperscale-datacenters, die dankzij hun schaalgrootte efficiënter kunnen opereren.
Het verplaatsen van data-storage naar de cloud is geen duurzaam wondermiddel: hyperscalers en grote co-locatie-datacenters gebruiken ook enorme hoeveelheden grondstoffen. Het is daarbij belangrijk te realiseren dat kleinere, minder efficiënte datacenters verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van het totale energieverbruik van datacenters. Dit leidt tot een toenemende groei van het elektriciteitsverbruik van datacenters, in een tempo dat uiteindelijk niet vol te houden is.
Dit probleem is vooral duidelijk in Europa, waar de markt voor datacenters de afgelopen jaren snel is gegroeid en waar er onzekerheid is op het gebied van energie. Volgens het CBS verbruikten datacenters in Nederland gezamenlijk in 2017 nog 1,65 miljard kilowattuur aan elektriciteit en is dit gestegen naar een totaal elektriciteitsverbruik van 3,73 miljard kilowattuur in 2021. Uit een rapport van het International Energy Agency blijkt dat ook in andere landen, zoals Ierland en Denemarken, het elektriciteitsverbruik van datacenters aanzienlijk is toegenomen.
Om blackouts te voorkomen heeft het Ierse staatselektriciteitsbedrijf zelfs besloten tot een tijdelijke stop van het bouwen van nieuwe datacenters. Andere landen lijken dit voorbeeld te willen volgen. Een tijdelijke stop op het bouwen van nieuwe datacenters is effectief om het elektriciteitsverbruik te beheersen, maar er blijft wel voortdurend nieuwe data bij komen. Een echt duurzame oplossing vereist de optimalisatie van datacenters met het oog op efficiëntie.
Energie en water
Verouderde technologie met een inflexibele architectuur is een significant risico geworden voor bedrijven. Hierom ontstaat de noodzaak voor efficiëntere technologie die de groeiende vraag naar data én naar duurzaamheid kan bijhouden. Een voorbeeld is data storage en de apparatuur voor koeling van opslagsystemen. Maar liefst de helft van het stroomverbruik in datacenters gaat op aan koeling.
Er moet ook aan water gedacht worden, zo verbruikten datacenters in Nederland in 2020 ongeveer een miljard liter water. Omdat data blijven groeien, is het belangrijk om voortuitgang te boeken op het gebied van koeltechnologie, om de energie-efficiëntie te verbeteren en het waterverbruik te verminderen. Om de complexe onderlinge afhankelijkheid van temperatuurregeling en energieverbruik nauwkeurig te modelleren is het aannemelijk dat daarbij steeds vaker ai ingezet zal worden. Dit zal zorgen voor een efficiënter beheer van de koeling van datacenterinfrastructuur.
Toch zijn energie en koeling slechts onderdeel van het grotere geheel. De fysieke omvang van een datacenter is een ander belangrijke factor om meer efficiëntie te bereiken.
Ruimte
Vanuit een it-, bedrijfs- en duurzaamheidsoogpunt zijn eigen grote, verouderde datacenters steeds minder zinvol voor bedrijven. En naarmate organisaties meer as-a-service-applicaties invoeren, neemt de behoefte aan on-premises infrastructuur verder af. Uit een onderzoek van IDC uit 2017 blijkt dat een gemiddeld datacenter minder dan de helft van zijn oppervlakte gebruikt en dat de capaciteit 55 procent van de tijd niet wordt benut. Nu de behoefte aan meer duurzaamheid groeit, zal het in stand houden van legacy-datacenters die de ruimte niet effectief gebruiken of niet kunnen schalen bij veranderende datavolumes lastig te rechtvaardigen zijn.
Combinatie
Er is niet één enkele oplossing om de efficiëntie van datacenters te verbeteren. Het vereist een aanpak waarbij bespaard wordt op energie, water en ruimte, door een combinatie van innovatie en strategie. All-flash-storage komt hier steeds vaker bij in beeld. Een goed design kan veel energie besparen, neemt aanzienlijk minder ruimte in beslag dan hybride disk-storage en de opslagdichtheid is hoog. Een lager energieverbruik betekent ook minder koeling en daarmee minder water. Zo helpt het om een datacenter efficiënter en milieuvriendelijker in te richten. Dit vertaalt zich tot een lagere CO2-uitstoot, efficiënter gebruik en minder e-waste.