De stad Brussel gaat de glasvezelnetwerken die het onder zijn hoede heeft op de markt brengen en ter beschikking stellen van commerciële providers. Dat schrijft de krant L’Echo. De verschillende netwerken worden nu nog ondergebruikt.
In Brussel hebben stadsdiensten en intercommunales hun eigen glasvezelnetwerken liggen. De stad vormt daarmee een uitzondering in Europa. Het gaat bijvoorbeeld om IRISnet (vierhonderd kilometer netwerk), Bruxelles Mobilité (130 kilometer), netbeheerder Sibelga (honderd kilometer), watermaatschappij Vivaqua met 46 kilometer en vervoersmaatschappij STIB, met meer dan veertig kilometer. Ook haven van Brussel beschikt over enkele kilometers glasvezel voor zijn communicatie. Volgens de laatste gegevens uit 2014 was het netwerk toen ruim achthonderd kilometer lang. Allicht is het in de loop van de jaren nog verder uitgebreid.
Hoewel de netwerken soms tientallen jaren oud, werken ze nog prima. Via het netwerk van IRISNet bijvoorbeeld worden de 221 gratis wifinetwerkpunten in Brussel aangesloten. Het is ook de backbone voor de camera’s die in de Brusselse verkeerstunnels hangen en ook sommige bewakingscamera’s zijn erop aangesloten.
De verschillende eigenaars zijn nu overeengekomen om al die netwerken samen te voegen. Op die manier kan de capaciteit ervan beter benut worden. Volgens Brussels minister Clerfayt van Digitalisering zou vandaag maar vijftien tot twintig procent van de capaciteit ingezet worden. De rest zal daarom verkocht worden aan geïnteresseerde operatoren. Als mogelijke kandidaten worden Proximus genoemd (dat zelf al plannen heeft om glasvezel in Brussel aan te leggen) en Orange (een historische partner van Brussel).
Brussel verwacht een mooie financiële opsteker over te houden aan de operatie. Maar eer het zover is, zal eerst werk gemaakt worden van een billijke verdeelsleutel om de opbrengsten te verdelen over de actoren.