Sommige organisaties voelen spijt over hun publieke-cloudstrategieën. Vorig jaar bleek uit een onderzoek van IDC naar cloud- en ai-adoptie dat vier van de vijf respondenten in het jaar daarvoor applicaties of gegevens van een publieke cloud had gemigreerd naar een private cloud of datacenter op locatie. Dezelfde studie meldde dat deze bedrijven van plan waren de helft van de publieke-cloud-applicaties in de komende twee jaar te verplaatsen naar een private of on-premise omgeving.
Gegevens verplaatsen van de publieke naar private cloud- of on-premise omgevingen, noemen we ook ‘cloudrepatriëring’. Wat drijft bedrijven in de richting van repatriëring? En deze verschuivingen een probleem voor cloudleveranciers en wat moet je overwegen vóór cloudrepatriëring of andere dataopslag?
Beveiliging, prestaties, kosten
Het IDC-onderzoek vermeldt drie motivaties voor repatriëring, waaronder beveiligingsproblemen, prestatieproblemen en de kosten die zijn verbonden aan cloudopslag en het verplaatsen van gegevens naar en uit de cloud.
- Beveiliging
Bedrijven lijken te constateren dat databescherming, disaster recovery, datareductie en data-archivering moeilijk te realiseren zijn op cloudplatforms.
- Prestaties
Het verplaatsen van gegevens in en uit de cloud is gecompliceerd. Bovendien ontstaan er problemen op het gebied van prestaties en latency naarmate datasets groeien door opkomende technologieën. Gebruikers willen dat dataverwerking en -analyse real-time (of bijna real-time) plaatsvinden. Zeker in een tijd waarin we bijna allemaal vanuit huis werken.
- Kosten
Het opslaan van al je bedrijfsgegevens in de cloud kan duur zijn, vooral als je de verborgen kosten van het verplaatsen van data naar en uit cloud-omgevingen meerekent.
Ondanks deze zorgen zijn er geen tekenen dat deze factoren van invloed zijn op het gebruik van clouddiensten in het algemeen. De groei van clouddiensten neemt naar verwachting toe van 249,8 miljard dollar in 2020 tot 331,2 miljard dollar in 2022. De zakelijke behoefte aan cloudplatforms om toegang te krijgen tot data, deze te verplaatsen en op te slaan, zal niet verdwijnen dus cloudleveranciers hoeven zich hier geen zorgen om te maken. Het streven naar repatriëring van de cloud betekent simpelweg dat bedrijven meer controle over hun gegevens willen en verstandiger zijn over waar en hoeveel ze aan deze middelen uitgeven. Het is ook een teken dat zij prioriteit geven aan de manier waarop hun kritieke applicaties en workloads worden beheerd om zo de bedrijfsvoering en algehele prestaties te optimaliseren.
Cloudrepatriëring of andere dataopslag?
Voordat bedrijven overstappen, of zelfs helemaal afstappen van cloud-omgevingen, is het belangrijk dat zij hun strategie voor het gebruik van bedrijfsgegevens duidelijk definiëren. Tot die strategie behoort ook het kiezen van de beste locaties om de data te verwerken, op te slaan, te analyseren en erop te reageren. Wat is bijvoorbeeld de zinvolste plaats om data te lokaliseren: dicht bij de gebruikers, dicht bij de oorsprong van de data, dicht bij de toepassingen of een combinatie van deze drie?
Om de kosten in de hand te houden, moeten bedrijven verbruiks- en commerciële modellen voor opslag evalueren. Dit houdt in dat ze zich moeten afvragen of investeringen bestaan uit kapitaaluitgaven voor investeringen in datacenters op locatie of dat een pay-per-use-cloudmodel de beste optie is.
Dit betekent ook dat bedrijven moeten bepalen wat het juiste beheermodel is
voor hun gegevenslevenscyclus. Er moet dus worden gekeken naar wat de beste opties zijn voor dataprestaties, beschikbaarheid, toegang, bescherming, reductie en archivering. Het is dan ook belangrijk om niet alleen de publieke cloud te overwegen als je nadenkt over de beste manier om jouw data op te slaan. Genoeg mogelijkheden, maar de vraag is: waar heeft jouw bedrijf behoefte aan?
Auteur: Raymond Vredenburg, country director Benelux en Nordics bij Lumen Technologies