Het aantal gebouwen in België dat is aan te sluiten op een glasvezelverbinding is op een jaar tijd verdubbeld. Dat meldt Telecompaper. Op 1 juli waren het er 664.000, vorig jaar waren het er 330.000. Fiber is nu goed voor drie procent van alle breedbandaansluitingen.
De cijfers komen uit het rapport ‘FttP in Belgium 2021’ van Telecompaper, waarbij fttp staat voor ‘fiber tot the premises’. Tegen juli volgend jaar zou het aantal gebouwen met fiber aftikken op 485.000, schat het rapport, wat goed zou zijn voor in totaal 1,15 miljoen aansluitingen. Tegen medio 2026 moeten 3,8 miljoen huizen en gebouwen klaar zijn voor glasvezel.
Proximus, een van de bedrijven die glasvezel in ons land legt, geeft aan dat het tegen 2028 zeventig procent van België wil dekken. Om een en ander te verwezenlijken, is het telecombedrijf een joint venture aangegaan met EQT in Vlaanderen en Eurofiber in Wallonië. In Brussel doet Proximus de uitrol op zijn eentje.
Naast Proximus zijn er in België nog twee kleinere spelers en een nieuwkomer actief op de glasvezelmarkt. De Vlaamse netbeheerder Fluvius heeft sinds 2019 een proefproject met glasvezel lopen in vijf steden. Het bedrijfje The Last Mile legt glasvezel aan in de stad Dendermonde. Orange België ten slotte heeft proefprojecten aangekondigd met glasvezel in twee Brusselse gemeenten.
België zet daarmee vaart achter zijn glasvezelinfrastructuur. Toch blijft vergeleken met andere landen de penetratie nog zeer klein. Fiber is hier nu goed voor drie procent van alle breedbandaansluitingen. Uit een rapport van de FttH Council van april vorig jaar bleek dat in Nederland 22 procent te zijn. In Zweden is het zelfs 57 procent, in Wit-Rusland 63 procent en in IJsland 66 procent.