De opensource-gedachte overbrengen op jongere generaties. Daar ziet Jan Wildeboer, evangelist bij Red Hat, een schone taak in. Laten zien dat het niet alleen met software te maken heeft, maar evenzeer met hardware, met security en vooral cultuur. ‘Overtuigen dat kennisdeling de resultaten vermenigvuldigt.’
Computable spreekt met Wildeboer daags voordat op 19 september de Software Freedom Day plaatsvindt. Voor de 17e keer en ditmaal in Melbourne, zij het dat het een online-evenement is. ‘Zoals alles tegenwoordig. Binnen Red Hat spreken we al van BC: Before Corona, in plaats van Before Christ’, grapt hij.
Hij is vijftien jaar in dienst bij Red Hat, waarvan het overgrote deel als evangelist: het uitdragen van het opensource-gedachtegoed. Thans met standplaats München. ‘Eigenlijk’, zo zegt hij, ‘is opensourcesoftware breed geaccepteerd en dat is een groot goed in een wereld die software defined is. Opensource is gearriveerd; voor velen de gewoonste zaak van de wereld.’ Volgens Wildeboer is dat ook wel logisch. ‘Als tachtig procent van de softwarestack – databases, besturingssystemen en dergelijke – bij iedereen bestaat uit programmatuur om geautomatiseerde systemen gewoon te laten draaien, en slechts twintig procent uit code waarmee je je onderscheidt van de concurrent, dan is het vreemd om veel geld uit te geven aan iets waarmee je niet concurreert. OpenShift is het antwoord.’
Maar niet alleen is opensource goedkoper, herstel van eventuele bugs gebeurt veel sneller, omdat een wereldwijde gemeenschap aan de code kan sleutelen (lees: verbeteren). ‘Velen denken dat de opensourcesoftware minder is dan de fabriekseigen (proprietary), omdat er veel mensen aan werken, maar het tegendeel blijkt in de praktijk waar.’
Opa vertelt
Toen Wildeboer aanmonsterde bij Red Hat werkten er wereldwijd zevenhonderd mensen; nu 16.000. Getallen die iets zeggen over de acceptatiegraad van opensource-software. Het merendeel van de jongere generatie weet niet beter dan dat mobiele telefoons, televisies en tal van andere apparatuur op opensource-besturingssystemen draaien. Zij zijn vaak geboren nadat Linus Torvald zijn Linux-kernel wereldkundig maakte.
“Driekwart van de medewerkers van Red Hat werkt er korter dan vijf jaar. Ze kennen de geschiedenis van opensource niet. Een historie die al begon bij Henry Ford die in 1911 vrijelijk technologie deelde met andere autofabrikanten. En natuurlijk willen mijn jongere collega’s onder het genot van een biertje mijn verhalen wel horen over Linus, Stalman, GNU, al die mijlpalen in de geschiedenis van opensource-software. Maar dan is het al gauw ‘opa vertelt’. Daar hebben we niet veel aan.’
Wat wel nuttig is om te vertellen: opensource breidt zich uit als een olievlek. Er zijn nog werelden te winnen. Zo was Wildeboer aanwezig bij een conferentie van de ETSI (Europees Telecommunicatie en Standaardisatie Instituut) op Malaga. ‘Zo’n vijf jaar geleden, ter voorbereiding op 5G wilden ze nieuwe standaarden opstellen. Waarom ingewikkeld doen met een standaard en dan gaan Ericsson en Huawei daarop voortborduren. Ook hier geldt de tachtig-twintigregel. Geen standaard, maar opensource-software. Scheelt veel gedoe en interne kosten. Nu zie je dat telecomaanbieders ook met opensource-software werken.’
Corona-app
De ontwikkeling van een corona-app in Duitsland dreigde uit te lopen op ingewikkelde discussies tussen Apple en Google, terwijl de wereld in brand staat. ‘Ik heb contact gehad met SAP en T-Systems. Dat heeft ze overtuigd om opensource-software te gebruiken. In zes weken tijd is de app gebouwd. Omdat het opensource is – en dus voor iedereen bruikbaar – zie je dat er vervolgstappen mogelijk zijn. De Europese Commissie wil een compatible back-end zodat in grensgebieden via de corona-apps in de diverse landen gegevens uitwisselbaar zijn. Het virus kent geen grenzen, dan moet de app die ook niet kennen.’
Het gaat er niet zozeer om dat mensen, organisaties en bedrijven Red Hat-producten kopen, zo vindt Wildeboer. ‘Dat is natuurlijk wel mooi meegenomen, maar de boodschap is steeds: opensource. Deel de kennis opdat de gemeenschap in staat is met elkaar producten te ontwikkelen en te verbeteren.’
Geopolitiek
Jaren geleden al hebben Europese overheden, ook de Nederlandse, ervoor gepleit om bestanden in een open formaat op te slaan, opdat ze moeiteloos uitwisselbaar zijn. ‘Ja, Microsoft Office is nog steeds sterk’, antwoordt Wildeboer op de opmerking dat het niet echt opschiet met het open-data-streven, ‘Maar het gaat de goede richting op. Zoiets gebeurt niet van de ene op de andere dag. Je moet geduld hebben.’
Opensource heeft nu wel de wind in de zeilen. Ook geopolitiek gezien. ‘De Europese Unie wil niet langer afhankelijk zijn van de Big Tech, van de grote Amerikaanse bedrijven als Google en Facebook. Er is nu een project om met opensource een antwoord te bouwen.’
Soms denkt hij met weemoed terug aan Neelie Kroes die van 2004 tot 2014 Europees Commissaris was (Mededinging en later Digitale Agenda). ‘Vanuit haar markt-liberale denken wilde zij voor alle bedrijven een gelijk speelveld. Dat bereik je door als basis opensource gebruiken. Zij begreep het gedachtegoed.’
Hardware
De logische stap van opensource-software is die naar hardware. Tijdens de Software Freedom Day houdt Kathy Reid een lezing over de ontwikkeling van borstprothesen met open hardware. ‘Je zag het al eerder dat prothesen via de opensource-gedachte zijn ontwikkeld. Onder andere voor beenprothesen. Vrijelijk wereldwijd ter beschikking gesteld en iedereen met een 3d-printer kan ze maken.’
Daar is eveneens een nieuwe wereld te winnen. ‘Het gaat uiteindelijk toch gewoon om de cultuur. Een wens om samen tot oplossingen te komen.’ Dat is volgens Wildeboer ook de reden geweest dat IBM april 2019 Red Hat inlijfde. ‘Red Hat opereert zelfstandig en dat blijft zo. Arvind Krishna, de nieuwe ceo van IBM, was vooral geïnteresseerd in onze cultuur. Een logische actie van IBM, want goed beschouwd komen vrijwel alle innovaties het laatste decennium op het gebied van infrastructuur uit de opensourcegemeenschap.’
En dat is het verhaal dat Wildeboer aan de jongeren wil vertellen: opensource houdt niet op, het breidt uit naar allerlei sectoren. ‘Langzaam, maar zeker.’