Als je als Belg werkt voor een werkgever in Nederland (of omgekeerd), moet je in principe belasting betalen in het land waar je je werk fysiek uitoefent. Maar wat als je regelmatig thuiswerkt? In de praktijk levert dit fiscaal heel wat problemen op voor de betreffende thuiswerker. Of hoe internationaal thuiswerk op een nachtmerrie kan uitdraaien.
Binnen de landsgrenzen heeft structureel thuiswerk weinig tot geen fiscale gevolgen. Maar voor grensarbeiders is de impact in fiscaal opzicht aanzienlijk. Volgens internationale afspraken worden werknemers namelijk belast in het land waar ze daadwerkelijk hun werk uitvoeren.
Eén dag thuiswerk fiscaal
Hoe zit dat bijvoorbeeld voor die it’er uit België – die vast werkt voor (en bij) een Nederlandse werkgever – die één dag per week structureel gaat thuiswerken? Doordat dat werk één dag in een ander land wordt uitgevoerd, heeft dit impact. ‘In zo’n geval zal de Belgische fiscus belasting mogen heffen op 20 procent van zijn inkomen. Hierdoor ontstaat een complexe situatie van dubbele belastingplicht’, schrijft Manouk van Oijen, fiscaal juriste bij Fineko, op de online-zakenpublicatie Made in.
In de nasleep van de coronapandemie waren de Belgische en Nederlandse overheden akkoord dat die toenmalige ‘verplichte’ thuiswerkdagen fiscaal werden behandeld alsof deze – in dit voorbeeld – in Nederland werden uitgeoefend. ‘Maar deze fiscale fictie werd beëindigd op 30 juni 2022’, weet Van Oijen. Ook met haar andere buurlanden Duitsland, Frankrijk en Luxemburg sloot België overigens een gelijkaardig akkoord, steeds finaal aflopend op 30 juni 2022.
Geen oplossing
Intussen is de situatie zo dat bijvoorbeeld de Belgische fiscus het loon dat overeenstemt met de fysieke thuiswerkdagen in België mag belasten. ‘In de praktijk merken wij dat de Belgische fiscus nu volop vragen stelt aan grensarbeiders over deze thuiswerkdagen’, stelt Van Oijen.
Nederland moet dan wel vrijstelling geven voor het deel van het inkomen dat in België wordt belast. ‘Als je als werknemer te veel belasting hebt betaald in Nederland, heb je gelukkig vijf jaar de tijd om een terugbetaling te vragen’, aldus de fiscaal juriste.
Tot op de dag van vandaag bestaat er echter geen structurele oplossing voor deze ongewenste en complexe situatie die voor veel (buitenlandse) werknemers is ontstaan. Vrij vertaald: een structurele thuiswerkdag voor je werkgever uit een buurland brengt met zich mee dat je als werknemer in het belastingstelsel van je thuisland terechtkomt.
Ook omgekeerd
De regeling geldt uiteraard ook omgekeerd, zoals voor een Nederlander die in België werkt. Dus het moet tussen landen, en hun fiscale en financiële instellingen en ministeries, zelf opgelost worden.
En uiteraard heeft dat aanpakken ook een budgettaire impact voor een land, wat die onderhandelingen zeker niet vergemakkelijkt. ‘Er werken immers meer Belgen in Nederland dan andersom’, merkt van Oijen op. ‘Maar om een lawine aan procedures, rechtzettingen en geschillen te vermijden, dringt de tijd om de fiscale definitie van thuiswerk op internationaal niveau grondig te herbekijken.’