BLOG – Wie nu nog niet weet wat ai betekent, leeft op een andere planeet. Films als ‘Ex Machina’ (uit 2014!), ‘The Creator’ en ‘Atlas’ tonen aan dat de filmindustrie en dus het grote publiek ook hun weg gevonden hebben naar ai. Niet als technologie, wel als een amusementsfactor.
En op sociale media krijg je het ene commerciële aanbod na het andere over wat je met ai zeer wonderbaarlijk kan doen, zelfs tot het generen van leads voor een lokale loodgieter. Recent lazen we op Facebook dat Belgen massaal rijker kunnen worden door ai (zie visionaryvanguardvault.com). Als het te mooi is om waar te zijn, is het niet waar. Zou ai dan toch een marketing-hype zijn, eerder dan een revolutie die onze levens overhoop gaat gooien? Vanuit het communicatievak kunnen we dit beter eens kritisch bekijken.
Business model
Ai is geen nieuwe technologie. Het woord ‘artificiële intelligentie’ komt van de Amerikaanse computerwetenschapper John McCarthy die het al in 1956 (!) gebruikte. Ai gebruikt trouwens technologie die al jaren achter sociale-mediaplatformen schuilgaat, en die bestaan ook al ruim twintig jaar. Zo nieuw is de technologie dus niet, zeker als je weet dat computerkracht steeds sneller en sneller vooruitgaat. In dat perspectief is het eerder een hype, zoals het Metaversum en de sociale media er waren. En wie orkestreert de communicatie rond die hype? Bedrijven die er geldelijk belang bij hebben en in wiens business model het past. U kan zelf al raden welke technologiegiganten hiertoe behoren…
Menselijke blik
Een hype is nooit de heilige graal en houdt steeds, naast de vele beloften, ook gevaren in. ‘Gevaren’ is misschien een te zwaar woord, het woord ‘veranderingen’ is hier beter op zijn plaats. Een hype schept verwachtingen, en die worden vaak ook ingelost. Ai lijkt stilaan ingeburgerd in vele professionele omgevingen. Meer zelfs, bijna alle beroepen hebben er nu al voelbaar mee te maken. De gezondheidszorg, de financiële sector, audiovisuele producties, logistiek en zelfs de landbouw. Ook het onderwijs en de communicatiesector ontsnappen er niet aan. Samenvattingen maken, teksten genereren, muziek componeren, nepvideo’s maken: Ai kan het allemaal. Zichtbaar, voelbaar, in het echt, ‘quoi’. Maar het is zoals met een vertaalbureau de dag van vandaag. Je moet zelf nog wel de output van de vertaler checken en desnoods aanpassen. Een menselijke blik op het AI eindproduct helpt nog steeds om tot een goed resultaat te komen. De concrete toepassingen ‘ont-hypen’ AI inderdaad. Schipperen we dan tussen een hype of geen hype, of is het een beetje van de beide?
Milieu-impact
Wat in zeker een feit is en geen mythe, is de impact van ai op het milieu. Die is niet min. Recente studies wijzen erop dat ai nu 3 procent van alle elektriciteit ter wereld per jaar opvraagt, en dit maakt 1% van de totale mondiale CO2 uitstoot. Die 1 procent is nota bene de helft van wat de luchtvaart op één jaar uitstoot. Een andere vergelijking. Eén trainingssessie van een ai-tool zoals ChatGPT vraagt vijfhonderd ton CO2 uitstoot. Dat zijn duizend wagens die elk duizend kilometer rijden. Dat zal met Copilot en Apple Intelligence niet anders zijn.
De ai-technologie staat in de kinderschoenen en zal steeds meer energie, dus meer elektriciteit vragen om alle apparaten waarop ai draait van ‘voeding’ te voorzien. Cloud of kwantumcomputing (andere hypes) hebben dit ook nodig. De roep naar groene ai is al begonnen, bewijst onderzoek onder andere van het team van Luis Cruz aan de TU Delft. Dit is geen hype, maar bitter ernstige realiteit.
Komt er een einde aan de al dan niet ai-hype wanneer de technologie de capaciteit van de mens gaat overtreffen? De gok van Tesla-eigenaar Elon Musk is dat er ai zal bestaan die slimmer is dan eender welke mens tegen uiterlijk het einde van 2025. Dat is (slik) volgend jaar. Laten we dit zomaar gebeuren of gaan we dit reguleren? Hier komen we op het domein waar een hype ook ethisch onder de loep gaat. Dat is een heel andere discussie, stof voor een nieuwe blog. Vergeet echter nooit : wat je als mens in een computerprogramma stopt, komt er ook uit. Nonsens in is nonsens uit…
Kris Poté, docent Erasmus Hogeschool Brussel