Een nieuwe trend waait stilaan door het datacenter: de-virtualisatie. Ofwel, terug naar de fysieke server. Een trend die Broadcom, het bedrijf dat virtualisatiepionier VMware overnam, aan zichzelf heeft te wijten. Al is er nog een andere trend die hardnekkiger speelt.
De-virtualisatie duikt op in de recente hype cycle voor data center infrastructure technologies van onderzoeksbureau Gartner. Het is de trend waarbij workloads worden gemigreerd van virtuele naar fysieke omgevingen, onder invloed van recente licentiewijzigingen van Broadcom. Volgens Gartner kunnen de nieuwe licentiemodellen van Broadcom bedrijven dwingen om twee tot drie keer meer te betalen.
Wat is er aan de hand? Na de overname van VMware heeft Broadcom veel VMware-producten samengevoegd tot twee hoofdproducten: VMware Cloud Foundation en VMware vSphere Foundation. Sommige onderdelen of formules zijn geïntegreerd in deze twee oplossingen of helemaal verdwenen. Door deze veranderingen is het voor bedrijven vooral voor veeleisende taken duurder geworden om virtuele machines te draaien. Als gevolg hiervan overwegen organisaties dus om virtuele machines achterwege te laten. Zij gaan terug naar het gebruik van fysieke computers voor specifieke workloads.
Aanwakkert
Volgens Gartner is een andere factor die deze trend aanwakkert, namelijk dat grote workloads die op dedicated vm hosts draaien niet genieten van dezelfde kostenbenadering of -efficiëntie als het consolideren van kleine workloads. ‘Daarom zijn grote dedicated workloads potentiële gevallen zijn voor de-virtualisatie’, klinkt het in hun rapport.
Broadcom wordt ook aangesproken op hun nieuwe prijzenpolitiek. Vier Europese belangenverenigingen van cio’s, waaronder Beltug, uitten onlangs in een open brief aan de Europese Commissie hun zorgen over het gedrag van Broadcom na de overname van VMware. Intussen gaat de pendeldiplomatie tussen organisaties als Beltug en Broadcom verder door.
Oplossing voor de lange termijn
Hoewel de-virtualisatie in ongeveer één procent van de organisaties is toe te passen, wordt het door Gartner aangezien als een potentiële oplossing voor de lange termijn, ondanks de complexiteit ervan. Zo resulteert zo’n terugkeer naar fysieke hardware in de ‘noodzaak om te investeren in complexe en dure infrastructuur zoals OS- of DBMS-clusters’. Gartner verwacht dat het vijf tot tien jaar kan duren vooraleer de-virtualisatie op grote schaal opduikt.
Naast de-virtualisatie wijst het rapport ook op de opkomst van ‘re-virtualisatie’ of ‘virtueel-naar-virtueel’-migraties als een andere potentiële oplossing, waarbij wordt overgestapt van VMware naar een andere hypervisorleverancier. ‘Veel organisaties overwegen een alternatieve hypervisor die is gebouwd op opensource of alternatieve technologieën,’ aldus Gartner. Terwijl de-virtualisatie zich in een vroeg stadium bevindt met een penetratie van ongeveer één procent van de organisaties, is re-virtualisatie volgens Gartner al meer ingeburgerd. Met ongeveer vijf tot twintig procent van de bedrijven die het al toepassen.