Belgische kmo’s zijn zich bewust van cyberdreigingen, maar houden de vingers gekruist in de hoop dat ze niet worden aangevallen. Vele van hen beoordelen het huidige dreigingsniveau als extreem of zeer ernstig. Tegelijk hebben ze weinig vertrouwen in de eigen verdediging.
Dat is de conclusie uit een recent onderzoek van de Europese cyberbeveiligingsspecialist HarfangLab. Iets meer dan een kwart van de Belgische kmo’s zegt over uitstekende capaciteiten te beschikken om een cyberincident te voorkomen. Iets minder dan een kwart heeft naar eigen zeggen die vaardigheden om zo’n incident te detecteren.
Er blijkt met name een kloof tussen besef en vertrouwen in eigen kunnen. Want hoewel een groot aantal Belgische kmo’s (38 procent) het huidige dreigingsniveau als extreem of zeer ernstig inschat en 81 procent van hen een plan voor cybercrisisbeheer heeft, heeft minder dan een vijfde het volste vertrouwen in hun verdediging tegen cybercrises.
Vijf factoren
Wat draagt bij aan de toenemende bedreiging? Een steeds meer verbonden economie, een toename van nieuwe endpoints, het tekort aan geschoolde specialisten, generatieve ai en geopolitieke conflicten. Dat zijn de vijf factoren die volgens de ondervraagde it-leiders bijdragen aan het huidige beveiligingsdreigingsniveau. ‘We hebben te maken met een internationaal tekort aan talent’, bevestigt Anouck Teiller, chief strategy officer bij HarfangLab. ‘Dit is ook een van de redenen waarom cybersecuritytools en -technologieën in staat moeten zijn om experts te ondersteunen in hun werk. En om hun efficiëntie te vermenigvuldigen.’
De enquête werd in april 2024 online uitgevoerd door Sapio Research. Van de 750 Europese respondenten kwamen er honderd uit België. Belgische kmo’s beoordelen het cyberdreigingsniveau met hun 38 procent hoger dan hun tegenhangers in Duitsland (37) en Nederland (24), maar nog steeds lager dan de Franse kmo’s, waarvan een krappe twee derde het cyberdreigingsniveau als zeer ernstig of zeer ernstig beoordeelt.