Imec, met hoofdkantoor in Leuven, gaat zich richten op de auto-industrie. Net als bij onderzoek voor de halfgeleiderindustrie wil de internationaal opererende r&d-organisatie ook het voortouw nemen bij doorbraken binnen de automobielsector. Dit kondigt Luc van den Hove, topman van Imec, tijdens een vooruitblik op 2024.
Het Leuvense onderzoekscentrum vierde onlangs zijn veertigjarig bestaan. In die jaren groeide Imec uit tot een toonaangevende researchinstelling waar bedrijven als ASML sterk afhankelijk van zijn. Diezelfde ambitie heeft Van den Hove nu ook voor de auto-industrie. ‘De uitdagingen waarmee autofabrikanten worden geconfronteerd zijn aanzienlijk, vooral met de geleidelijke overname van de functies van menselijke bestuurders door intelligente rijhulpsystemen,’, stelt de topman.
‘Deze systemen houden de omgeving van voertuigen nauwlettend in de gaten om gevaarlijke verkeerssituaties te voorkomen. Ze vertrouwen op een nieuwe generatie sensoren die gebruik maken van geavanceerde chiptechnologie om de nauwkeurigheid en kostenefficiëntie te verbeteren en het energieverbruik te verminderen.’
Volgens Van den Hove is de volgende stap onderweg, waarbij gebruik wordt gemaakt van kunstmatige intelligentie en sensorfusie om signalen van camera’s, radar- en lidarsystemen te combineren om een nog beter bewustzijn te krijgen van wat er rond een auto gebeurt. ‘Deze evolutie transformeert auto’s tot ‘chips op wielen’ die voortdurend in verbinding staan met andere weggebruikers en de infrastructuur langs de weg.’
Complexiteit
Van den Hove ziet veel parallellen tussen de chip- en de auto-industrie. ‘Naarmate de complexiteit toeneemt, zijn de ontwikkelingskosten voor nieuwe auto’s geëscaleerd, vergelijkbaar met wat we de afgelopen decennia in de chipindustrie hebben zien gebeuren. Om dit tegen te gaan, moet de automobielsector afstappen van de focus op afzonderlijke hardware-optimalisaties naar bredere systeeminnovaties, waarbij de nadruk ligt op de gezamenlijke ontwikkeling van hardware en software. Imec heeft op deze domeinen een uitgebreide expertise opgebouwd.’
Imec steekt ook veel geld in de ontwikkeling van energiezuinigere microchips. Deze zijn van cruciaal belang voor het terugdringen van de energievraag van datacenters. Prognoses laten zien dat hun energieverbruik tegen 2030 zou kunnen verdubbelen, gedreven door de data-tsunami die deels wordt veroorzaakt door de massale adoptie van ai-toepassingen.
Van den Hove: ‘Maar dit zal niet genoeg zijn. We moeten ook manieren vinden om duurzamer te worden op het gebied van de chipproductie. Onze modellen laten bijvoorbeeld zien dat zeventig procent van de CO2-uitstoot bij de productie van microchips te wijten is aan het stroomverbruik van de fabrieken.’
Imec probeert de ecologische voetafdruk van de productieprocessen voor halfgeleiders te verkleinen, bijvoorbeeld door het gebruik van gefluoreerde broeikasgassen terug te dringen. De Imec-topman is optimistisch over de technologische vooruitgang. Hij verwacht dat we aan de vooravond staan van een periode van snelle technologische doorbraken. ‘2024 wordt het jaar van de waarheid.’