Speelt de netwerkinfrastructuur een rol als het gaat om het behalen van de doelstellingen van een bedrijf op het gebied van duurzaamheid? ‘Absoluut’, zegt Simone Vieira, manager bij de Amerikaanse netwerkinfrastructuuraanbieder CommScope. ‘Veel bekabelingsinfrastructuren kunnen veel langer in gebruik blijven, mits we slimmere keuzes maken.’
Bij verduurzaming van ict denken we vaak aan het verminderen van het energieverbruik van servers, energiezuinig programmeren of het verlengen van de levensduur van it-systemen. Minder aandacht is er voor de netwerkbekabeling van datacenters en andere gebouwen. Onterecht, want hier valt veel winst te boeken.
De garantieperiode die CommScope geeft op gecertificeerde bekabelingsinstallaties bedraagt 25 jaar. Deze netwerkkabels – of het nu om koper- of glasvezelbekabeling gaat – worden gebruikt om zogeheten actieve apparaten met elkaar te verbinden. Denk aan servers, switches en routers. De ontwikkelingen ten aanzien van deze netwerkapparatuur gaan dusdanig snel dat gemiddeld om de drie jaar een generatiewisseling plaatsvindt. Met andere woorden, de switches en routers worden alweer vervangen door varianten die dan veel sneller zijn en vaak ook meer poorten kennen. Onze behoefte aan netwerkcapaciteit is nu eenmaal niet te stillen. Wat betekent dit voor een bekabelingsinfrastructuur die in een datacenter of kantoorgebouw is aangebracht? Dient deze dan ook vervangen te worden?
Die vraag werd tijdens een recent evenement gesteld aan Simone Vieira. Zij leidt de tak Systems Engineering Europe Building & Data Center Connectivity bij CommScope, een aanbieder van bekabelingsinfrastructuren. Zeg maar de kabels, de connectoren en de patchpanels die nodig zijn voor de bekabelingsinfrastructuur waarmee transmissie van data in een datacenter of kantoorgebouw mogelijk is. Volgens Vieira is het niet nodig om bij elke generatiewisseling van de actieve netwerkapparatuur ook de bekabelingsinfrastructuur te vervangen. ‘Dat komt nog steeds voor en is natuurlijk doodzonde.’
Slim plannen
Vieira stelt vast dat slim plannen van een bekabelingsinfrastructuur veel verspilling kan voorkomen. ‘Dan moet wel aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. De eerste en misschien ook meteen wel de belangrijkste is: zorgvuldig plannen van de toekomstige behoefte aan it-capaciteit. Natuurlijk kunnen we dat niet – zeg maar – ‘tot achter de komma’ voorspellen, maar we kunnen wel inschatten waar de business de komende jaren denkt te gaan groeien. Op basis daarvan kunnen we ook een inschatting maken van de hoeveelheden data die door het netwerk getransporteerd zullen worden.’
Deze capaciteitsberekeningen bieden een uitstekende basis voor het plannen van de bekabelingsinfrastructuur, zegt Vieira. ‘Dat is voor ons dagelijks werk. Daarbij zien we dat klassieke vraagstukken een rol gaan spelen. Bijvoorbeeld de afweging tussen kosten en de mogelijkheid om groei in het dataverkeer te faciliteren. Kiezen we voor een type kabel dat gebaseerd is op oudere standaarden? Dan liggen de kosten wat lager. Daar staat tegenover dat we ook eerder over zullen moeten gaan tot het vervangen door een nieuwere generatie bekabeling. Met alle kosten van dien voor het verwijderen van de bestaande bekabeling en het aanleggen van de nieuwe infrastructuur. Plus uiteraard de kosten voor de kabels zelf.’
Zelf beslissen
Dit is een keuze die een organisatie zelf moet maken, vertelt Vieira. ‘Maar’, zo zegt ze, ‘als we naast de aanschafkosten ook aspecten als duurzaamheid en materiaalgebruik in de afweging meenemen, dan ligt een keuze voor een nieuwe(re) generatie bekabeling voor de hand. Dan liggen de kosten op korte termijn wellicht hoger, maar daarmee kunnen we dan wel twee en vaak zelfs drie generatiewisselingen ten aanzien van de actieve apparatuur faciliteren.’
Anders gezegd: er zijn twee- tot driemaal een nieuwe generatie switches en andere netwerkapparatuur te installeren, zonder dat de bekabelingsinfrastructuur vernieuwd behoeft te worden. Zowel uit financieel oogpunt als wat duurzaamheid betreft is het kiezen voor een nieuwe generatie bekabeling, die meerdere generaties switches en routers mee kan, dus de meest gunstige. ‘Als we kijken naar de total cost of ownership van een gestructureerde bekabeling, dan durf ik die stelling zeker aan’, zegt Vieira. ‘Daarnaast is die keuze ook gunstiger voor het materiaalgebruik. In een datacenter of kantoorgebouw zitten vaak kilometers aan kabels. Hoe langer we die bekabeling kunnen benutten, hoe minder materiaal we als afval behoeven af te voeren.’
Piepschuim
Vieira ziet dat klanten van CommScope steeds vaker naar de milieu-impact van bekabelingsinfrastructuren kijken. ‘We hebben hier de afgelopen jaren flinke vooruitgang geboekt. Kijk maar eens naar het verpakkingsmateriaal. In het verleden kwam bij wijze van spreken elke individuele kabel in plastic en piepschuim verpakt. Dat is allemaal afval. Dat gebeurt nu nauwelijks meer. Al die kabels en panelen werden voorheen in piepschuim en dergelijke verpakt, tegenwoordig is dat vrijwel altijd recyclebaar karton.’
Ook wijst zij er op dat er lange tijd bij vrijwel elk product een geprinte handleiding werd meegeleverd, ook als een klant meerdere exemplaren van een product had aangeschaft. ‘Tegenwoordig gebruiken we qr-codes waarmee gebruikers toegang krijgen tot een digitale handleiding. Maar ook de manier waarop we producten verpakken is veranderd, zodat er minder fysiek transport nodig is. Denk aan het gebruik van kleinere verpakkingen, waardoor er meer producten in een vrachtwagen passen. En we kijken we ook naar de manier waarop we voorraden aanhouden bij distributeurs en hoe we zendingen kunnen coördineren zodat een vrachtwagen of bestelwagen niet half leeg naar een klant rijdt.’
Ontwerptools
Een goede ontwikkeling noemt Vieira dat duurzaamheid een integraal onderdeel is geworden van de ontwerptools van haar bedrijf. Daarmee is voor een organisatie de beste bekabelingsinfrastructuur te ontwerpen. ‘Onze klanten krijgen inzicht in de verhouding tussen aspecten als kosten, prestaties, toekomstbestendigheid, milieu-impact en dergelijke. We zien datacenters en it-afdelingen een serieuze afweging maken waarbij al dit soort criteria worden meegenomen. Duurzaamheid speelt daarbij steeds vaker een hoofdrol en dat is pure winst.’