Zorgverleners worden tijdens hun werk overspoeld door alarmeringen en meldingen van allerlei medische apparaten. Ze raken daar niet alleen zelf door overprikkeld, ook hun patiënten knappen minder goed op door zoveel audio en visuele toeters en bellen rond hun bed. Daarom een pleidooi voor ‘veilige alarmmindering’.
Patiënten zijn afhankelijk van verschillende medische apparaten. Die monitoren, ieder voor zich, specifieke gezondheidskenmerken en produceren hun eigen alarmen. Zo ontstaat een kakofonie aan meldingen. Het risico van dit alarmtumult is dat de zorgverlener niet meer in staat is om onderscheid te maken tussen urgente en minder urgente alarmen. En dat is een veiligheidsrisico.
De belangrijkste reden dat medische apparaten alarmen afgeven is door de wettelijke regelgeving voor fabrikanten. Elk apparaat bevat zoveel mogelijk informatie. Op basis daarvan ziet de zorgverlener precies bij welke parameter een alarm afgaat. Maar omdat vandaag de dag de meeste medische apparaten los van elkaar functioneren en geen netwerk vormen, levert dit een stortvloed aan alarmen op. Er is geen sprake van onderlinge communicatie, coördinatie of prioriteitsbepaling.
Paradigma
Een onmisbare stap om het paradigma te veranderen, is het verbeteren van de communicatie tussen medische apparaten en ze een netwerk laten vormen; noem het een medisch eco-systeem. Meldingen en alarmen zijn dan op een centrale plek te verzamelen en verwerken, in plaats van ze direct aan het bed te laten horen of aan een zorgverlener te tonen. Zo’n eco-systeem werkt overigens alleen op een betrouwbare manier als de verschillende fabrikanten van medische apparatuur aan alle internationale communicatiestandaarden en -protocollen gaan voldoen zodat communicatie tussen apparatuur bidirectioneel kan plaatsvinden.
Een volgende stap naar minder alarmeringen is het hanteren van dynamische veiligheidslimieten. Elke patiënt is immers uniek. Een alarm voor een lage bloeddruk levert voor de ene patiënt weinig complicaties op, terwijl het voor een andere levensbedreigend kan zijn. Een centrale oplossing voor medische alarmering moet daarom ook rekening houden met de individuele zorgkaders van patiënten. Door voortdurend klinische informatie te monitoren en alle meldingen in een centrale oplossing te verwerken en te analyseren, krijgt men inzicht en kan er met alarmgrenzen dynamischer en patiëntgerichter worden omgesprongen.
Samenwerking
Om slimmere alarmdistributie te realiseren, moeten bedrijven sterk inzetten op samenwerking met (medisch) specialisten en verpleegkundigen. Zij spelen een cruciale rol voor de ontwikkeling van slimme zorgalgoritmes, die door middel van machine learning, andere ai-technieken en grote datasets met patiëntgegevens nog slimmer worden. En die algoritmes kunnen vervolgens worden ingezet, mits ze goed zijn getest en klinisch gevalideerd. De komende jaren zullen de klinisch gevalideerde regels zulen groeien zodat meer intelligente alarmen zijn in te zetten om zorgprofessionals te voorzien van betere (proactieve) informatie en alarmen.
Dit leidt onherroepelijk tot minder onnodige alarmeringen in de zorg. En dat moet op een veilige manier gebeuren. Dit vraagt wel dat alle betrokken partijen – van medisch specialist tot patiënt, van fabrikant tot wet- en regelgeving – echt gaan samenwerken. Dan kan elk ziekenhuis uiteindelijk een stiller en slimmer ziekenhuis worden.
Patiënt én zorgverlener verdienen een stille, mensgerichte zorgomgeving. Slimme en veilige alarmdistributie helpt dit te realiseren.
(Auteur Jasper Coppes is segment expert cure bij Ascom Nederland.)