Om de uitrol van glasvezel in België te bevorderen, zouden operatoren onderling afspraken kunnen maken. Dat is een voorstel van de Belgische telecomwaakhond BIPT. Proximus omarmt alvast het voorstel.
Het BIPT deed het voorstel in een recente mededeling. Tot nu bestond er in België een concurrentie tussen twee breedbandinfrastructuren: een nationaal ftth-netwerk (fiber to the home) beheerd door Proximus, en een hfc-netwerk (hybrid fibre-coaxial) uitgebaat door kabeloperatoren (Telenet in het noorden van het land, VOO in het zuiden).
Het bevorderen van een efficiënte concurrentie op basis van infrastructuur is volgens het BIPT een van de doelstellingen die het regelgevingskader toekent aan nationale regelgevende instanties. ‘Maar het BIPT erkent dat het dupliceren van ftth-infrastructuur significante economische gevolgen kan hebben’, stelt de waakhond.
Proximus
Hiermee zet het BIPT de deur op een kier voor samenwerking. ‘Onverminderd de toepassing van het mededingingsrecht is het BIPT bereid, in samenwerking met de mediaregulatoren (CSA, VRM en Medienrat), om alle overeenkomsten of ontwerpovereenkomsten te bestuderen die de operatoren zouden willen sluiten. En dit onafhankelijk van de betrokken geografische zones, dit wil zeggen beperkt tot minder dichtbevolkte zones van het grondgebied of niet.’
Guillaume Boutin, ceo van Proximus, gaf via Twitter al mee om het idee te omarmen. ‘Ik ben blij met de mededeling van het BIPT’, klinkt het. ‘Ik kijk ernaar uit om samen met de sector te bekijken hoe we glasvezel naar België kunnen brengen, wat cruciaal is voor onze samenleving en het concurrentievermogen van onze economie.’