Of het nu gaat om ChatGPT of om een 'foto' van de paus in een hippe jas, je kunt niet om ai heen. De lovende verhalen over de technologie gaan gepaard met kritiek. Eén van de bezwaren tegen ai is dat de technologie niet inclusief is. Hoe komt dat en en wat is ertegen te doen?
Eerst een voorbeeld om aan te tonen op welke manier ai inclusiviteit mist. Als je ai vraagt om een afbeelding van een vrouw op een paard te maken, wordt het hoogstwaarschijnlijk een witte of Aziatische vrouw met lange lokken. Dat is niet gek, want de meest voorkomende afbeeldingen van vrouwen op paarden op internet zien er namelijk zo uit.
Nog een voorbeeld. Als je ai een foto laat zien van een vis, zal de technologie de vis hoogstwaarschijnlijk alleen als vis herkennen wanneer er ook vingers op de foto te zien zijn. Er zijn online namelijk veel foto’s van mensen die een vis vasthouden. De online-wereld is het enige referentiekader dat ai heeft, en deze wereld is niet zo inclusief als we graag zouden willen. Wij mensen voeden internet, en doordat wij niet inclusief zijn, is de online-wereld het ook niet. En ai op zijn beurt dus ook niet.
Klein kind
AI is net een klein kind: het aapt menselijke gedrag na en het doet wat wij hem zeggen te doen. Als een klein kind iets doet wat niet mag, geven we vaak de ouders de schuld. Zij hebben het kind dan niet op de juiste manier opgevoed. Hoe kan het dan dat we bij ai niet onszelf de schuld geven, maar de technologie? We kunnen niet verwachten dat deze technologie weet wat het doet, simpelweg omdat wij het ‘intelligent’ noemen. We moeten dus beginnen bij onszelf.
Internet en het nieuws staan vol met extremen. Een gematigde mening is minder interessant om te lezen. Ai is dus ook alleen bekend met die extremen en heeft amper kennis kunnen maken met het Zwitserland van internet. Onze taak is dus om internet te vullen met genuanceerde informatie, zodat ai ook dit tussengebied leert kennen. Dit betekent dat we terug naar de tekentafel moeten, en moeten leren om zowel offline als online echt een gesprek met elkaar te voeren. Alleen op die manier kunnen extremen worden samengebracht tot een neutralere, grijze zone, waar ai vervolgens mee moet worden gevoed. ChatGPT is immers gemaakt om gesprekken te voeren, en gaat daarbij uit van waarschijnlijkheid. Toch wordt het veelal gebruikt als informatietool, maar daarvoor beschikt de technologie niet over de juiste bron. We hebben dus zoiets nodig als wiskunde. We weten allemaal: 1 + 1 = 2, en dat is de enige antwoordoptie, wat iemand anders ook beweert.
(Auteur Thierry Croixis is senior user experience consultant bij NTT Data.)
The holy truth
We moeten dus, voordat we ai om informatie vragen, eerst zelf kritisch zijn en goed nadenken over welke input we de technologie geven. Te beginnen bij de informatie die we online zetten, en vervolgens de vragen die we aan de technologie stellen. Ai is niet the holy truth en zal ook weleens verkeerde output geven. Of output die ons niet bevalt, simpelweg omdat onze eigen gedachtegang niet wordt bevestigd.
Wat je mening over ai ook is en hoe je er ook mee omgaat, het is altijd belangrijk om in je achterhoofd te houden dat de leercurve van ai iets is dat veel tijd in beslag neemt. Een inclusieve(re) versie van ai begint bij de mens, en we moeten onszelf de tijd en ruimte geven om hier eerst zelf in te ontwikkelen.