Een op de vijf Belgische huizen heeft vandaag fiber aan de voordeur. We zijn aan een inhaalrace begonnen. En dat werd tijd want er is jaren niet geïnvesteerd in glasvezel. Vergelijk het met Nederland waar 67 procent van de gezinnen een snelle aansluiting kunnen krijgen, of Frankrijk waar twee op de drie huizen een forse kabel heeft liggen.
Didier Bellens en Dominique Leroy, de twee toplui voordat huidig ceo Guillaume Boutin aan de slag kon, hebben nooit geld uitgegeven aan glasvezel. Ondanks de alarmerende berichten van de jaarlijkse rapporten van het Fiber-To-The-Home councel waar we al bijna twee decennia over berichtten. Ook de raad van bestuur, waarin heel wat politici zonder enig verstand van telecom zetelen, piepte niet. Er moest immers zoveel mogelijk winst gemaakt worden om de staatskas te spijzen, of liever om de schuldput een beetje te dempen. Didier Bellens had uiteraard gelijk toen hij vertelde dat de regering rond eindejaar altijd komt aankloppen alsof hij Sinterklaas was. Het kostte hem uiteindelijk zijn kop. De waarheid verdraagt geen zonlicht. Hij werd begraven als een hond in tegenstelling tot John Goossens die als een baron werd geëerd in de Sint Goedele kathedraal.
Groen licht
Tegen 2032 moet zowat iedereen in ons land een fiberaansluiting hebben. Proximus investeert 9 miljard euro. Telenet wacht nog op groen licht van Europa om de joint venture met Fluvius eindelijk op te starten, ruim 3 jaar nadat de eerste plannen bekend gemaakt werden. Dat Fluvius, een overheidsbedrijf met Telenet in zee kan, is op zich al verwonderlijk. Moest daar geen openbare aanbesteding voor uitgeschreven worden zodat ook andere fiberondernemingen daarop in zouden kunnen gaan. ‘Wie een put graaft voor een ander zit nooit zonder werk’, schreef ik eind 2018 al. Daar waar private fiberbedrijven soms twee tot drie jaar moeten wachten voordat ze glasvezel in de grond kunnen plaatsen (vaak moeten ze wachten tot een van de andere nutsbedrijven de stoep opengooit), krijgt Fluvius van de gemeenten vaak carte blanche om meteen aan de slag te gaan. Dat lijkt logisch omdat de gemeenten ook aandeelhouder zijn, maar het biedt uiteraard ook voor Telenet heel wat voordelen. Als de joint venture het fiat krijgt van Europa dan lijkt het me logisch dat ook de concurrentie dezelfde snelheid aangeboden krijgt om putjes te openen en te dichten.
Door de enorme achterstand in glasvezelaansluitingen hebben we ook digitaal het nakijken. Zo zitten we onder het Europese gemiddelde in de DESI-cijfers. Hadden we begin deze eeuw in fiber geïnvesteerd, dan hadden we vandaag op de toepassingen kunnen inspelen. Want fiber is geen rocket science, digitale transformatie of artificiële intelligentie is dat wel. Ik mag hopen dat we daar in ons land ook geen twee decennia op moeten wachten.