Met een downloadsnelheid van 75 Mbps halen Belgische mobiele netwerken degelijke resultaten. Toch zijn er nog twee aandachtspunten: de algemene snelheden zitten in dalende lijn. En in treinen blijken de resultaten minder.
Jaarlijks voert het BIPT (Belgisch Instituut Voor Postdiensten en Telecommunicatie) een meetcampagne uit omtrent de kwaliteit van de mobiele netwerken in ons land, de zogenaamde drivetests.
Met een gemiddelde kans op een verbinding in de testzones van 99,6 procent, een gemiddelde downloadsnelheid van 75 Mbps en een gemiddelde uploadsnelheid van 23 Mbps worden volgens het BIPT ‘performante resultaten gehaald’. Dit is volgens het BIPT evenwel een (lichte) daling ten opzichte van vorige jaren. In de jaren 2020 en 2021 werd een downloadsnelheid van 80 Mbps en 26 Mbps opgetekend.
De verklaring zit volgens het intituut in een toename van het dataverkeer ten opzichte van de voorziene capaciteit. Of hoe die capaciteit dus (nog) niet helemaal mee is geëvolueerd met het toenemend gebruik.
Treinen
Ook voerde het BIPT testen uit op de meest gebruikte treinlijnen in België. Op de treinen geven de testen minder goede resultaten dan de standaardmetingen buitenhuis. Maar met een gemiddelde kans op een verbinding in de trein, voor alle geteste treinlijnen samen, van 97,5 procent en een gemiddelde downloadsnelheid van 50 Mbps worden volgens het BIPT goede prestaties geleverd.
Ook hier merkt het BIPT een daling ten opzichte van vorig jaar: de gemiddelde downloadsnelheid in 2021 bedroeg 57 Mbps. ‘Opnieuw een mogelijke duiding van een toename van het dataverkeer zonder corresponderende capaciteitsverhoging’, klinkt het bij het BIPT.