Een slepend octrooigeschil tussen Intel en VLSI is voorbij. Chipfabrikant VLSI, sinds 1999 eigendom van achtereenvolgens Philips, NXP en tegenwoordig indirect van Softbank, eiste vier miljard dollar omdat Intel octrooien zou hebben geschonden.
VLSI is een relatief kleine chipfabrikant die in 1979 in Californië werd opgericht. In juni 1999 werd het bedrijf voor ongeveer een miljard dollar gekocht door het Nederlandse Philips, die het in 2006 onderbracht bij zijn spin-off NXP Semiconductors. Inmiddels is VLSI onderdeel van een investeringsconstructie die wordt beheerd door Fortress Investment Group van het Japanse financiële conglomeraat Softbank.
Patent-trol
VLSI produceert zelf geen halfgeleiderproducten meer. Het bedrijf beheert tegenwoordig de octrooien op technologie die door andere chipfabrikanten wordt gebruikt. Sommige media noemen de onderneming een patent-trol, die alleen maar jaagt op overtreders van het octrooirecht.
Intel, een van ’s werelds grootste chipleveranciers, is een van de partijen die gebruikmaken van VLSI-technologie. Volgens VLSI draagt Intel te weinig royalty’s af voor het gebruik van zijn octrooien. Eerder won het bedrijf al twee geschillen waarbij Intel in totaal drie miljard dollar moest vergoeden. Deze week besloten beide partijen om te schikken in een andere rechtszaak die speelde sinds 2018 en waarbij vier miljard dollar op het spel stond.
Aan het begin van 2024 staat opnieuw een rechtszaak tussen VLSI en Intel gepland. Intel wil de komende tijd juist miljarden bezuinigen. Afgelopen oktober meldde topman Pat Gelsinger dat de kosten van het bedrijf te hoog zijn en de marges te klein.