Chipfabrikant Intel stelt de bouw van twee grote chipfabrieken in Duitsland uit. Het gaat om productielocaties waarvan de bouw medio 2023 zou starten. Volgens een woordvoerder van Intel is sinds de aankondiging van de bouwplannen in maart 2022 de marksituatie flink veranderd.
Dat meldt de Duitse regionale krant Volksstimme. In dat artikel meldt de minister van Economische Zaken van Saksen-Anhalt, Sven Schulze (CDU), dat de start van de bouw van de geplande megafabrieken in Magdeburg wankelt.
Met de bouw van de twee chipfabrieken was aanvankelijk een bedrag van zeventien miljard euro gemoeid, maar de kosten zouden inmiddels gestegen zijn naar twintig miljard euro. Intel wenst extra financiële steun van de Duitse overheid te ontvangen voor de bouw van de chipfabrieken. Tot nu zou Duitsland bijna zeven miljoen euro aan subsidies hebben toegezegd. Maar door ‘veranderende marktomstandigheden’ zou een startdatum voor de bouw van die fabrieken voorlopig van de baan zijn, aldus Intel.
De chipgigant bevestigt in een reactie in de Duitse krant dat er inderdaad veel veranderd is sinds de aankondiging van de bouw in maart. Intel wijst bijvoorbeeld op de geopolitieke spanningen rondom chipproductie, de hoge inflatie en de dalende vraag naar chips. Het bedrijf zegt ‘de situatie in de gaten te houden en de investeringen af te stemmen op de marktontwikkelingen.’
Europese Unie
Nederland was oorspronkelijk ook in de race als locatie voor de chipfabrieken van Intel, maar viel af, meldde RTL Nieuws eerder.
De Duitse locatie van de Intelfabrieken werd toegejuicht door de Europese Unie die minder afhankelijk wil zijn van bijvoorbeeld Aziatische leveranciers van chips en het doel heeft dat vanaf het jaar 2030 ongeveer twintig procent van alle chips die wereldwijd worden geproduceerd in de Europese Unie worden gemaakt.
Ook de Amerikaanse overheid zet ook flink in op chipfabrieken in eigen land. Mogelijk ligt er een aanbod voor Intel om daar tegen gunstige voorwaarden te bouwen. Maar vooralsnog zegt Intel alleen dat het in Duitsland gaat om uitstel van de bouw in verband met veranderende marktomstandigheden.