‘In meer dan zes op de tien woonzorgcentra werken artsen nog met papieren medische dossiers’. Dat was de onthutsende vaststelling na de Pano-reportage op onze publieke zender VRT. De cijfers komen van een online bevraging Domus Medica, het Agentschap Zorg en Gezondheid en Crataegus.
Een vijftal jaar geleden kreeg ik alle banbliksems van de zorgsector over me heen toen ik luidop afvroeg waarom huisartsen in tegenstelling tot alle andere beroepsgroepen gratis software toegespeeld krijgen, gesubsidieerd door de overheid, door ons dus. Ik was plots een populist die niet wist waarover hij schreef. De overheid, wij dus, betalen die software opdat dokters sneller op het digitale pad zouden opduiken én omdat het toch wel een hele administratieve klus is om alle informatie over de patiënt digitaal bij te houden.
Wat blijkt nu? 65 procent van de dokters in woonzorgcentra gebruiken nog steeds papier om het medische dossier bij te werken over de gebruikte medicatie en het waarom. Je houdt het niet meer voor mogelijk, anno 2022 waar de digitale transformatie inmiddels toch alom toeslaat. Wat blijkt? De it-systemen van de woonzorgcentra zijn niet afgestemd op die van de huisartsen. Ik citeer Vrtnws: ‘Het is dus niet mogelijk om digitaal informatie uit te wisselen rond een patiënt’, zegt Katrien Cordemans, coördinerend arts in een woonzorgcentrum, ’tenzij je dat allemaal nog eens overneemt in je eigen praktijk in het elektronisch dossier.’ Dubbel werk, dus. En daarom blijven artsen aangewezen op de papieren medische dossiers in het woonzorgcentrum. ‘Dat is eigenlijk een ongelooflijke discriminatie, als je weet wat er digitaal nu al mogelijk is voor ambulante patiënten’, zegt Cordemans.
Godgeklaagd
Het is toch godgeklaagd dat de overheid, verantwoordelijk is minister van sociale zaken Frank Vandenbroucke, hier nog niet ingegrepen heeft. Ik verwacht ook een demarche van ehealthmanager Frank Robben. ‘De sleutel ligt in handen van de federale regering om ervoor te zorgen dat die verschillende dossiers – in het rusthuis, bij de huisarts, maar ook in de ziekenhuizen – digitaal met elkaar kunnen communiceren’, zegt Johan Staes van Vlozo, de koepel van de private en onafhankelijke woonzorgcentra.
Dat het ook anders kan, bewijst het Woonzorgcentrum Antwerpen dat tijdens de coronacrisis volledig de digitale kaart uitspeelde en zelfs een robot in huis haalde om alle vragen te kanaliseren en te beantwoorden. Het centrum met 20.000 dagelijkse patiënten was onlangs een van de gelauwerden van de Customer Centered Organization of the Year Awards van U-Sentric en HelloCustomer.
Bewoners van woonzorgcentra leven gemiddeld nog twee jaar voordat ze de pijp aan Maarten geven. Laten we dus hun laatste levensjaren zo fijn mogelijk maken. Een volledige digitalisering kan daarbij helpen. Het leven is te kostbaar om het op papier uit te schrijven.