Vlaanderen stopt twintig miljoen euro in het Vlaams Datanutsbedrijf. De ambitie is niet min. Het wil koploper worden in de Europese data-economie. Kan het overheidsvehikel een ecosysteem uitbouwen met andere bedrijven of is het politieke spielerei?
De oprichting van het Vlaams Datanutsbedrijf is geen makkelijke zaak. Het gaat bovendien om een naamloze vennootschap, waardoor er ook nog wat zitjes te versieren zijn in de raad van bestuur. Een en ander moest al in het voorjaar rond zijn, nu wordt het eindejaar, als alles goed gaat.
Het decreet is al voor de derde keer goedgekeurd zodat het voorstel eind november wordt voorgelegd op de plenaire zitting van het Vlaams Parlement. Daarna moet de NV nog opgericht worden. Dat het niet evident is, blijkt uit de aanduiding van Björn De Vidts als transitiemanager. Hij heeft ervaring met publieke-private samenwerkingen.
‘Dit zou weleens het grootste it-bedrijf van Vlaanderen kunnen worden’, schreef Stijn Viaene, professor digitale transformatie aan de Vlerick Business School toen het project eind vorig jaar bekend werd. Maar zover zijn we nog lang niet.
Draaischjf
Kort door de bocht wil het Vlaams Datanutsbedrijf de draaischijf zijn voor betrouwbare data tussen overheid en burger én de facilitator van datagedreven ecosystemen in de private sector. Zeg maar een betrouwbaar platform zoals voor elektriciteit, water of gas. Of het ook zo duur zal zijn, valt nog af te wachten. Er wordt alvast twintig miljoen euro geïnvesteerd, waarbij het kapitaal opengesteld wordt voor andere al dan niet it-ondernemingen. Vlaanderen behoudt wel de meerderheid.
‘Ik heb drie uitdagingen’, stelt Björn De Vits: ‘Het platform moet absoluut betrouwbaar zijn, het productenaanbod moet klaar zijn én financieel moet het duurzaam zijn.’ Het businessplan voorziet break-even tegen 2026. Het aantal medewerkers bij de aanvang is beperkt tot een twintigtal, maar het Datanutsbedrijf kan ook gebruik maken van het Vlaams Raamcontract dat vorig jaar bij de eerste lentezon werd uitgereikt, goed voor een miljard euro. Vandaag worden de datakluizen op basis van de Solid-technologie uitgewerkt door Cronos, de secure data-oplossing door DXC en Cegeka moet het ecosysteem uitbouwen. Er wordt ook al samengewerkt met Randstad en Doccle voor het beveiligd doorsturen van bijvoorbeeld loongegevens naar werknemers. Hoe en wanneer bedrijven kunnen instappen in het kapitaal van het Vlaams Nutsbedrijf is nog niet duidelijk. Mogelijk komt er een openbare aanbesteding, maar dat moet nog bepaald worden.
Bom geld
Moet de ambitie groter zijn? Een data-softwarepowerhouse net zoals eind jaren tachtig groen licht gegeven werd voor kabeloperator Telenet? Twintig miljoen euro is op zich geen bom geld. Vergelijk het met de 250 miljoen euro subsidies die Vlaanderen, wij dus, aan Imec doorspelen. Voor die zak geld mag Imec dan ook meer dan z’n ‘microchipke’ bijdragen aan het Vlaams Nutsbedrijf en bij uitbreiding aan de Vlaamse economie. De uitdaging voor het Vlaams Nutsbedrijf is immers ‘de relance van de economie in Vlaanderen’. Het mag eraan beginnen.