Na corona en de thuiswerk-golf kreeg de virtuele desktop infrastructuur een boost. Maar toch liggen er nog veel meer kansen voor de leveranciers. We keken naar de cijfers en vroegen een stand van zaken bij twee voorlopers van de thin client/virtuele desktop: Citrix en Igel. Draaide corona voor hen uit op een droomscenario? ‘Te veel bedrijven stuurden werknemers naar huis met laptops met Windows.’
In deze markt duiken diverse termen op, van virtual desktop infrastructure en end user computing tot desktop-as-a-service (daas), en allemaal met eigen nuances. Feit is dat het concept erachter in de lift zit, klinkt het bij marktonderzoeker Gartner, dat vooral de term daas hanteert.
Door de snelle toename van werken op afstand en hybride werk, en de behoefte aan bedrijfscontinuïteit, is daas een belangrijke prioriteit geworden voor organisaties. In 2020 zag de markt ei zo na een verdubbeling, blijkt uit cijfers van Gartner. Het bureau verwacht tegen volgend jaar een wereldwijde groei in deze markt van bij 25 procent.
Opschalen
‘Wat we tijdens Covid-19 zagen, was dat onze klanten gebruik konden maken van wat wij al dertig jaar leveren: de mogelijkheid om iedereen binnen één omgeving productief te laten werken. Nu alleen thuis en niet op kantoor’, vertelt Niek Boevink, lead pre-sales engineer bij Citrix. ‘Organisaties die onze producten al gebruikten of honderd procent dekking hadden, konden zonder problemen al thuiswerken. Andere klanten wilden zo snel mogelijk opschalen.’
Vooral de huidige klanten hadden meeval, omdat ze snel konden omschakelen, oppert Boevink. ‘Zo konden zij massaal de productiviteit borgen. Ook voor meer traditionele klanten creëerden we mogelijkheden om vanuit huis te werken. Bijvoorbeeld om fysieke pc’s op kantoor op afstand toegankelijk te maken. Als je die klanten nu vraagt hoe hun toekomst eruitziet, dan is dat waarschijnlijk zónder die pc onder het bureau’, beweert hij. ‘Wat we nu horen, is dat organisaties niet hebben ingeboet aan productiviteit, dat thuiswerken veel toegevoegde waarde biedt, en dat ze het daarom aanhouden voor de toekomst. We zien ook dat dit flexibel werken een middel is waarmee organisaties de war for talent aangaan.’
Kortetermijnbeweging
Ook concurrent Igel kon rekenen op groei. ‘Igel groeide in 2020 omdat mensen gevirtualiseerde desktops gebruikten als manier om veilige werkplekken te leveren aan werknemers op afstand’, stelt Jed Ayres, ceo van Igel als we hem vragen naar de marktevolutie. ‘Echter, te veel bedrijven stuurden werknemers naar huis met laptops met Windows. Hoewel deze kortetermijnbeweging werkte om de productiviteit te waarborgen, werd deze gevolgd door pijn op lange termijn met betrekking tot het beheer en de beveiliging van deze apparaten.’
Toch ziet igel vooral groei op lange termijn. ‘In de afgelopen drie maanden heeft Igel groei gezien in onze business en pijplijn, omdat meer bedrijven strategisch kijken naar het gebruik van onze technologie voor hun laptoppark. Dit om de technische schuld te lossen die is ontstaan tijdens de pandemie.’
Toekomst
Hoe zien de twee spelers hun rol in de toekomst in de wereld van cloud? ‘Veel van de publieke-cloudproviders zien ons inmiddels in een ander licht’, weet Boevink. ‘We zijn al jaren app-aanbieders. Nu zijn we ook web- en saas-aanbieder. En grotere publieke-cloudproviders beginnen ons ook te zien als partij die het klanten makkelijker maakt van huidige on-prem-omgevingen naar de hybride-omgevingen van de toekomst te migreren.’
Bij Igel ziet men zichzelf als het besturingssysteem bij uitstek om werknemers in staat te stellen overal veilig te werken. ‘Windows is in de cloud dankzij Microsoft. Apps zijn in de cloud dankzij saas’, somt Jed Ayres op. ‘De wereld heeft geen behoefte meer aan een ‘dik’ operating systeem op het endpoint. Slank, fit, veilig en eenvoudig te beheren zijn de weg van de toekomst.’