Wat begon als een typfout leverde mij een waardevol woord op. Een mooie kandidaat om toe te voegen aan de Dikke van Dale. Zeker op het gebied van innovatie, en dan met name in de it, is 'probleren' namelijk de belangrijkste methodiek.
Sinds de komst van cloud computing is probleren nog veel gemakkelijker geworden. In plaats van lange trajecten voor het aanschaffen van hard- en software zijn services nu simpelweg aan, maar ook weer snel uit te zetten. En door middel van microservices-architectuur is snel te schakelen om nieuwe oplossingen te ontwikkelen en uit te testen.
Maar werken we wel op deze manier? Of gebruiken we alleen nieuwe technologie op basis van onze oude procedures en werkwijzen?
Adagium
Probleren maakt het mogelijk om zonder al te veel risico te proberen, experimenteren en leren; fail fast, learn rapidly. Een mooi adagium wat met name door agile softwareontwikkelaars omarmd wordt. Je komt er zo snel mogelijk en tegen zo min mogelijk operationele kosten achter of iets werkt of niet. En de cloud en microservices maken dit nog zó veel gemakkelijker. Hoe eerder je weet of iets (niet) kan werken, hoe beter. Probleren dus!
En het probleergeld is de kosten van de (in zo beperkt mogelijke mate) gemaakte uren. Maar hierop is in mindering te brengen de waarde van het geleerde. Waarmee het volgende experiment weer wat doelgerichter kan plaatsvinden.
Zinvol
Soms kan het zelfs al voldoende zijn om door middel van alleen user interface mockups te bepalen of iets zinvol is om mee door te gaan of niet. Low-code is hierbij ook een fijn hulpmiddel. Op die manier kan, zonder maar een regel code te schrijven heel snel bepaald worden of iets een goede oplossing kan zijn voor een bepaald businessprobleem. Probleren betekent niet per se dat er code moet worden geschreven of dingen geconfigureerd moeten worden. De belangrijkste doelstelling van agile ontwikkeling van oplossingen is om zeer efficiënt een zo’n hoog mogelijke door de product owner bepaalde businesswaarde te creëren.
Een goed probleerder vergeet daarbij niet om het geleerde te borgen voor de rest van het team en de organisatie. Want het is eeuwig zonde als de volgende persoon iets zou probleren als een andere persoon al eerder had geleerd dat het een fast fail was. Ofwel, organizational memory maakt probleren nog doeltreffender.