Het communiceren via e-mail is voortaan wettelijk erkend in België als geldige kennisgeving. Wel heeft deze rechtsgeldigheid consequenties, zoals bij leesbevestigingen voor e-mails die u zou versturen bij ontvangst.
Op zich is het wettelijk karakter van e-mail een formele kwestie. In de rechtspraak worden e-mails namelijk al constant aangehaald als bewijsmateriaal, maar een wettelijke basis voor rechtsgeldigheid ontbrak nog. Dat is binnenkort geregeld. In het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek, dat op 1 januari 2023 in werking treedt, wordt het euvel weggewerkt. Niks te vroeg dus, want intussen is e-mail al decennia ingeburgerd in de Belgische zakenleven.
Wel wordt in de nieuwe wetgeving voldoende bescherming ingebouwd voor de ontvanger van de e-mail. Hij of zij moet op de een of andere manier en op voorhand geaccepteerd hebben om via e-mail gecontacteerd en aangeschreven te worden. Dat kan expliciet, zoals een vermelding in een contract. Maar het mag ook impliciet, bijvoorbeeld als zakenpartners binnen dezelfde context al herhaaldelijk via e-mail berichten hebben uitgewisseld.
Leesbevestiging
Vooral met die impliciete goedkeuring is het uitkijken geblazen, opperen juridische experts. ‘Als blijkt dat u de e-mail gelezen heeft, door te antwoorden of via een leesbevestiging, dan is de kennisgeving sowieso geldig gebeurd’, oppert Mieke Verplancke, vennoot bij het advocatenkantoor Van Eeghem OndernemingsAdvocaten, in De Tijd.
Dit element impliceert dat e-mailgebruikers dus maar beter voorzichtig met leesbevestigingen omspringen. Want zo geven zij dus ook wettelijk een geldige kennisgeving mee.