Het Europees Parlement verzet zich tegen een ‘infrastructuurheffing’ die Big Tech zou moeten betalen voor de extra kosten die zijn gemoeid met de uitbreiding van telecom-netwerken. Een belangrijk deel hecht zwaar aan netneutraliteit.
Grote Europese netwerkoperators vinden dat ze een vergoeding moeten krijgen voor de extra (onderhouds)kosten die het dataverkeer van bijvoorbeeld Amazon, Apple, Alphabet (Google), Meta (Facebook) en Netflix genereren. Dit zestal zorgt voor 56 procent van al het wereldwijde dataverkeer.
Maar een belangrijk deel van het Europees Parlement houdt vast aan het principe dat het internet voor iedereen open moet zijn. Ze hechten aan de zogenoemde netneutraliteit. Het extra belasten van bepaalde deelnemers aan het internetverkeer is in strijd met de Open Internet Verordening.
Het doorbelasten van de kosten aan Big Tech komt ook niet voor in het ‘kompas voor het digitale decennium’ waarin de Europese Commissie haar visie op de digitale transformatie van Europa in de periode tot 2030 geeft. Maar de Commissie werkt aan een wetsvoorstel dat daar verandering in brengt. Eurocommissaris Margrethe Vestager zei afgelopen mei al dat het kleine groepje bedrijven die de netwerken zwaar belasten zonder daarvoor te hoeven betalen, mogelijk een deel van de kosten moet betalen. Het voorstel voor de nu al omstreden Connectivity Infrastructure Act wordt komend najaar verwacht. Een grote groep Europarlementariërs heeft al kenbaar gemaakt daar niets van te willen weten.