Op de International Supercomputing Conference in Hamburg heeft HPE aangekondigd dat ze de snelste supercomputer ter wereld hebben ontwikkeld. De Frontier, zoals het apparaat werd gedoopt, bereikt 1,1 exaflops.
Flops vormen een eenheid die gebruikt wordt om de rekenkracht van chips aan te duiden. 1,1 exaflops zijn meer dan tien tot de achttiende macht aan floating point-berekeningen (zwevende komma-berekeningen) en dat elke seconde. Frontier is daarmee krachtiger dan de zeven vorige supercomputers gecombineerd. Het apparaat is meteen ook de nummer een op de Green500-lijst, die rangschikt hoe zuinig supercomputers met energie omgaan. Met een Watt aan stroom kan hij meer dan 52 gigaflops aan berekeningen afhandelen.
HPE bouwde de Frontier voor Oak Ridge National Laboratory van het US Department of Energy. De machine bestaat uit 74 kabinetten die elk meer dan 3,5 ton wegen. Er zitten bijna 9.500 cpu’s in (AMD Epyc) en meer dan 37.500 gpu’s (AMD Instinct MI250x). In totaal zit er ook zowat 140 kilometer netwerkkabel in het apparaat. De opslag wordt verzorgd door een Cray Clusterstor E1000 die 700 petabyte aan data opslaat met een schrijfsnelheid van 35 terabyte per seconde.
HPE is sterk bezig als het over supercomputers gaat. Tegelijk met de Frontier bouwde het bedrijf nog drie andere supercomputers die ook een plaats krijgen in de nieuwe top tien. De Lumi (op nummer drie) gaat naar het Finse IT Center of Science, Perlmutter (nummer zeven) is bestemd voor het U.S. Department of Energy’s National Energy Research Scientific Computing Center. Adastra staat op nummer tien en wordt geleverd aan het Franse supercomputerinstituut Genci-Cines.